125

JOZEF – Profetische vergezichten 23 En zie, zeven dorre, dunne en door de oostenwind verzengde korenaren ontspruiten na deze. 24 En de dunne korenaren verslonden de zeven goede aren. En ik heb dit aan de geleerden gezegd, en er is niemand, die het mij kan vertellen. 25 En Jozef zegt tot Farao: Farao’s droom is één. Wat de God gaat doen, dat vertelt Hij aan Farao. 26 De zeven goede koeien, dat zijn zeven jaren, en de zeven goede korenaren, dat zijn zeven jaren. De droom is één. 27 En de zeven magere en lelijke koeien, die na deze opkwamen, dat zijn zeven jaren, en de zeven magere, door de oostenwind verzengde korenaren, zullen zeven jaren van hongersnood zijn. 28 Dat is het woord, dat ik tot Farao sprak: Wat de God gaat doen, dat toont Hij aan Farao. Dubbele betekenis Beide dromen zijn, hoewel verschillend, toch één van betekenis (:25) voor Farao. Het zijn twee dromen, die ook twee keer verteld worden in dit hoofdstuk. Ik denk dat dit verwijst naar de dubbele toepassing van de dromen. Eén betekenis is, zoals we ook zullen zien, direct toepasbaar op die dagen en de andere, is de profetische betekenis, die van toepassing is op de Zoon van Jozef: Christus Jezus. Tweemaal zeven jaar Farao krijgt via Jozef voorzegd wat God gaat doen (:28). Er komen zeven jaren van overvloed en die worden opgevolgd door zeven jaren van hongersnood. Deze jaren van hongersnood zijn een voorafschaduwing van de grote verdrukking.

126 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication