157

JOZEF – Profetische vergezichten 5 En te midden van degenen die kwamen om koren te kopen, zijn ook de zonen van Israël, want er was hongersnood in het land van Kanaän. Benjamin Het huis van Israël zal in de grote verdrukking Hand.7:11 hun broeder, Die zij verworpen en overgeleverd hebben, moeten leren kennen door beproeving en verdrukking heen. Het zijn dan ook de tien broers die tot Jozef gaan, om koren te kopen. Deze tien broers zijn degenen die Jozef in de put hadden gegooid en verkocht hadden naar Egypte. Benjamin was daar niet bij. Gelovig overblijfsel Benjamin is een uitbeelding van ‘het gelovig overblijfsel’ van Israël. Hij had dezelfde moeder (oorsprong) als Jozef. In het Nieuwe Testament komen we slechts één iemand tegen uit de stam van Benjamin en dat is Paulus. Rom.11:1; Fil.3:5 In Romeinen 9 tot en met 11, gaat Paulus nader in op de positie van Israël. Zij zijn als volk terzijde gesteld, maar in de toekomst zal God de draad met dit volk weer oppakken en zal alsnog geheel het volk tot bekering komen (11:26). Maar ook in deze huidige tussentijd, waarin God Zich een volk verzamelt uit de natiën zonder onderscheid, zijn er gelovige Israëlieten. Er is een overblijfsel en Paulus verklaart nadrukkelijk dat hij uit de stam van Benjamin is en behoort tot het gelovig overblijfsel van Israël, dat is dan ook waar ‘Benjamin’ voor staat. Romeinen 11 1 Ik zeg, dan: God verstoot Zijn volk toch niet? Volstrekt niet! Want ik ben ook een Israëliet, ik ben uit het zaad van Abraham, van de stam Benjamin.

158 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication