186

JOZEF – Profetische vergezichten 20 En zij zeggen: O! mijn heer, wij daalden af, ja daalden de eerste maal af om voedsel te kopen. 21 En het is toen wij in het nachtverblijf gekomen waren, en wij onze tassen openen, en zie, ieders geld lag boven in zijn tas, ons geld in zijn volle gewicht. En wij brengen het in onze hand terug. 22 En ander geld hebben wij in onze hand genomen om voedsel te kopen. Wij weten niet, wie ons geld in onze tassen geplaatst heeft. 23 En hij zegt: vrede zij jullie, vreest niet. Jullie God en de God van jullie vader, heeft aan jullie een verborgen schat in jullie tassen gegeven. Jullie geld is tot mij gekomen. En hij doet Simeon tot hen uitgaan. 24 En de man brengt de mannen in Jozefs huis en hij geeft hen water, en zij wassen hun voeten. En hij geeft voer aan hun ezels. Israël zal de Naam van JAHWEH aanroepen Uit de profetieën die gaan over de toekomstige bekering van Israël, weten we dat het Joodse volk in hun benauwdheid de Naam van JAHWEH zal aanroepen. Joël2:32; Zach.13:9 Dan zal de Messias verschijnen op de Olijfberg. De berg zal middendoor worden gespleten, zodat er een vluchtweg ontstaat door de Olijfberg naar een plaats, die haar door God bereid is. Zach.14:4-5; Op.12:6 Buiten het land Maar let op! Israël heeft in hun uiterste nood weliswaar de Naam van JAHWEH aangeroepen (iets dat nu verboden is in het Jodendom), maar Degene Die verschijnt, is het beeld van God: Jezus Christus. Kol.1:15 Het Joodse volk zal Hem op dat moment nog niet als zodanig herkennen. Zach.13:6 Israël wordt verzameld buiten het land en dáár zal God hen richten.

187 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication