207

JOZEF – Profetische vergezichten 17 En hij zegt: Het zij verre van mij dat te doen. De man, bij wie de kegelvormige beker in zijn hand gevonden is, die zal mij tot dienaar zijn. En de overigen van jullie, gaat op in vrede naar jullie vader. Jozef en Benjamin Eerder heb ik al gewezen op de overeenkomst tussen Jozef en Benjamin. Beiden waren zonen van ‘Jakobs ouderdom’ (37:3,44:20), geboren uit Rachel, de vrouw die hij het meest liefhad en zij waren allebei boven de anderen geliefd door hun vader. Jozef werd door de broers verkocht als slaaf en hier wordt Benjamin tot slaaf, omdat de beker bij hem gevonden wordt. Wat echter veranderd is, is de houding van de broers. Jozef verwierpen zij en zij verkochten hem aan langsreizende kooplieden. Maar nu zien we dat ze niet zonder Benjamin hun reis vervolgen, maar met hem mee teruggaan naar Jozef. Zij hebben een verandering ondergaan. De toekomst en geheimenissen Jozef spreekt, net als zijn huismeester (:5), die eigenaardige woorden met betrekking tot de beker: “Wisten jullie niet, dat een man als ik voortekenen uitleg, ja, voortekenen uitleg?” Het woord voor ‘voortekenen’ wordt elders vertaald met voorspellen, of, in een negatieve context, met waarzeggerij. Jozef zegt dat hij de toekomst kent en er voor hem niets verborgen is. Hij kent alle geheimen. Dat bepaalt ons natuurlijk bij Christus, Die in Zijn leven op aarde de toekomst kende uit het woord van God en daarnaar gewandeld heeft.

208 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication