217

JOZEF – Profetische vergezichten had van Wie God is: de Plaatser van alle dingen, goed en kwaad. Als hij zegt: “om jullie in het leven te behouden, heeft God mij voor jullie uit gezonden”, blijkt daaruit dat hij wist dat het feit dat zijn broers hem verkocht hadden – en de vernedering die hij heeft moeten ondergaan als slaaf en gevangene in Egypte –, net zo goed in Gods plan passen als zijn verhoging tot onderkoning. In alles had God de regie en daarom verklaart Jozef ook: “jullie zijn het niet, die mij hierheen gezonden hebben, maar de God”. Na twee jaren Jozef zegt dat er nu twee jaren van hongersnood voorbij zijn. Jozef was deze twee jaar voor hen verborgen en maakt zich na twee jaar bekend. Een periode die we bijvoorbeeld ook vinden bij de apostel Paulus, in Handelingen 19:10 en 28:30. In deze twee gedeelten in Handelingen, trekt Paulus zich demonstratief terug van het Joodse volk en onderwijst in besloten kring een ieder die het maar wil horen. Een uitbeelding van onze tijd, waarin Israël als volk terzijde staat en wie het maar wil horen bij Paulus kan komen in de school van Tyrannus, of in de gevangenis; beiden uitbeeldingen van de ecclesia. Na deze twee jaren zal het huis van Jakob alsnog horen en zich bekeren. Zo is het ook in de geschiedenis van Jozef. Na twee jaren – ín het derde jaar – maakt hij zich bekend. De twee jaren zijn een uitbeelding van de 2000 jaren dat Israël haar Messias niet kent. Hier wordt de tijdseenheid gerekend in jaren, Petrus spreekt van twee dagen van duizend jaar. 2Petr.3:8 Vijf jaren De hongersnood is nog niet voorbij en er zijn nog vijf jaren te gaan, zegt Jozef. Hij laat daarom zijn broers hun vader ophalen en bij Jozef brengen, zodat het hele huis van Jakob kan delen in de

218 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication