24

JOZEF – Profetische vergezichten In het vorige vers zagen we dat Jozef door zijn broers gehaat werd, omdat hun vader hem liefhad boven hen. Stefanus verklaart in zijn toespraak in Handelingen 7, dat de broers jaloers waren op Jozef (:9). De haat voor hun jongere broer neemt nog verder toe vanwege twee dromen van Jozef: Genesis 37 5 En Jozef droomt een droom; en hij vertelt die aan zijn broers; en zij haten hem nog meer. 6 En hij zegt tot hen: Hoort, alsjeblieft, deze droom die ik gedroomd heb. 7 En zie, wij waren graanschoven aan het samenbinden in het veld, en zie, mijn graanschoof richtte zich op en bleef overeind staan. En zie, jullie graanschoven omringden haar en zij buigen zich voor mijn graanschoof neer. 8 En zijn broers zeggen tot hem: Ga jij regeren, ja, regeren, over ons? Of ga jij heersen, ja, heersen over ons? En zij haten hem nog meer vanwege zijn dromen en vanwege zijn woorden. Kennis van God en symboliek Opvallend is dat Jozef hier een droom vertelt aan zijn broers en dat zij geen enkele moeite hebben met de betekenis ervan. Terwijl we later een schenker, een bakker en een Farao met een

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication