240

JOZEF – Profetische vergezichten De meerdere zegent de mindere Tot tweemaal toe lezen we dat Farao door Jakob gezegend wordt. De Hebreeën-brief schrijver zegt: “En, los van alle tegenspraak: het mindere wordt door het meerdere gezegend”. Heb.7:7 De beschrijving van de gebeurtenissen die we in dit hoofdstuk vinden, zijn profetische schilderingen van de toekomst. Jozef als type van Christus, geeft de zonen van Israël een land waar zij kunnen wonen. Israël zal het bijzondere eigendom van God zijn, gesteld boven alle volken en het zal een koninkrijk van priesters zijn Ex.19:5-6, tot zegen voor de wereld. Israël tot zegen voor de volken Jakob, wiens andere naam Israël is, is een uitbeelding van het volk in haar positie als koninkrijk van priesters. Eén van de taken van de priesters was het uitspreken van de zegen. Jakob zegent Farao en geeft hiermee uitdrukking aan de priesterlijke functie van het volk Israël in de toekomst, waarin het tot zegen zal zijn voor alle volken. Jes.2:2-5; 25:6; 56:7; 66:18,20, 23; Zef.3:20; Zach.14:16 Vreemdelingschap Jakob beschrijft zijn levensjaren als een tijdelijk verblijf of vreemdelingschap. Ook dit is een verwijzing naar het volk Israël, dat een geschiedenis kent van ballingschap (verstrooiing), waarvan de dagen over het algemeen gekenmerkt kunnen worden als ‘kwaad’. Maar Jakob geeft hiermee eveneens getuigenis van zijn geloof. Hoewel hij een oude man was en, in onze ogen, een hoge leeftijd had bereikt, zag hij het betrekkelijke van die jaren in het licht van de onvergankelijkheid. Jakob wist dat hij hier geen blijvende stad of land had, maar hij zag op het toekomende. Heb.13:14

241 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication