249

JOZEF – Profetische vergezichten Eén van de grote thema’s uit het boek Genesis, is dat de oudste zoon niet het eerstgeboorterecht ontvangt, maar dat dit gaat naar een jongere zoon. Denk aan Izak en Ismaël, Jakob en Ezau, maar natuurlijk ook Jozef die gesteld wordt boven Ruben. Met betrekking tot Jozef wordt dit verschijnsel nog eens herhaald. Genesis 48 1 En het is na deze dingen, dat men tot Jozef zegt: Zie, jouw vader is onwel. En hij neemt zijn twee zonen met zich mee, Manasse en Efraïm. 2 En men vertelde Jakob en zegt: Zie, jouw zoon Jozef is tot jou gekomen. En Israël maakt zich standvastig, en hij zit op de rustbank. 3 En Jakob zegt tot Jozef: God, de Almachtige verscheen aan mij in Luz in het land van Kanaän en Hij zegende mij. 4 En Hij zei tot mij: Zie, Ik maak jou vruchtbaar. En Ik vermeerder jou en Ik maak jou tot een menigte van volken. En Ik geef dit land aan jouw zaad na jou tot een aeonisch grondbezit. 5 En nu, jouw twee zonen, die aan jou in het land van Egypte geboren zijn, voordat ik tot jou naar Egypte

250 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication