76

JOZEF – Profetische vergezichten Opvallend is dat alle bezittingen van Juda (zonder deze verder uitgebreid te behandelen) wijzen op zegeningen – zoals koningschap – maar ook op identificatie. Gen.41:42; Est.8:2,8,10; Num.17:2; Ps.110:2 Wat het snoer precies is, is lastig te achterhalen. Opmerkelijk is wel dat in het vervolg van de geschiedenis een scharlaken koord (snoer) wordt gebruikt ter identificatie (:30). Deze dingen komen allemaal (weer) bij Juda terecht op het moment dat hij tot inkeer komt. De bekering van het Joodse volk Voor Juda wordt zichtbaar wie hij zelf is en hij komt tot de erkenning dat Thamar rechtvaardig gehandeld heeft. Hij beseft ook meteen dat het zijn eigen onrechtvaardigheid is, die Thamar heeft aangezet tot haar handelen. In deze geschiedenis vinden we geïllustreerd hoe in de toekomst het Joodse volk tot erkenning zal komen Wie haar Messias is. Zij zullen versteld staan als hun wandaad aan het licht wordt gebracht. Zach.13:6; 12:10 Juda “heeft haar verder niet meer bekend”, staat er nog bij: hij hoereert niet meer. Nog een onderbreking Nog één keer zullen we in het slot van dit hoofdstuk te maken krijgen met een onderbreking. Twee zonen worden er uit Thamar geboren, een tweeling. En zoals gebruikelijk in het boek Genesis, vindt er een verwisseling plaats in wie er ‘het eerst geboren’ wordt. Zoals we dat al eerder in de geschiedenis bij Jakob en Ezau zien, Gen.25:22-26 heeft deze geboorte eveneens een diepere betekenis.

77 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication