19

Dus dat unieke, dat ene, heeft te maken met dat universele. Als je het één ziet, zie je het andere ook. Als je niet ziet dat er maar één God is, dan zie je ook dat universele vaderschap niet. Dat is een doordenkertje, maar het heeft alles met elkaar te maken. Als je eenmaal weet dat er één God is, dan weet je ook dat er maar Eén kan zijn Die alles beschikt, Die alles plaatst, Die alles leidt en alles tot een goed einde brengt. Wie zou dat kunnen verstoren? Als er maar één God is, dan kan er nooit iets misgaan. Als je dat weet, dan heb je rust, dan heb je vrede. “… één God en Vader van allen …”. Of je dit nu betrekt op de oude schepping of op de nieuwe schepping, in beide gevallen is het uiteindelijk sowieso waar. God is universeel Vader. Het woord ‘universum’ is een aanduiding van het heelal. Dit is geen bijbels woord, maar het is wel mooi om te bedenken dat het één geheel is. ‘Het al’ is heel, maar wij noemen dat ‘universum’. ‘Uni’ betekent één en ‘versum’ heeft te maken met wenden of keren, draaien. Letterlijk betekent universum: gekeerd tot de Ene. Dat is een belofte! God is inderdaad de God en Vader van het universum. En het al keert zich tot de Ene (Kol.1:20). Waarom? Wel, het is uit Hem voortgekomen. Hij is de Vader van allen. Hij is daarom ook boven allen en door allen. Dat laatste is wat moeilijker. Ik versta het zo: dat Hij ook Degene is Die – door alles en door allen – alles dáár brengt waar Hij het hebben wil. Uit en door en tot. Romeinen 11 36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem 20

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication