41

Filippi 2:2 – het ene gezind … maak mijn vreugde compleet door hetzelfde gezind te zijn, dezelfde liefde te hebben [en] samen bezield om het ene gezind te zijn … In het voorgaande vers had Paulus vier keer “aangezien” (of “indien”) geschreven en een viertal eigenschappen genoemd die hij met dankbaarheid bij de Filippiërs had vastgesteld. Het begon met “aanmoediging in Christus” en via “vertroosting van liefde” en “gemeenschap van geest” eindigde het bij “innerlijke gevoelens en ontfermingen”. Als genoemde eigenschappen werden gevonden onder de Filippiërs, wat zou onderling eensgezind zijn dan nog in de weg kunnen staan? Toch ontbrak het de Filippiërs daar kennelijk nog aan en temperde dit Paulus’ vreugde. Vandaar de oproep aan zijn lezers om zijn vreugde compleet te maken door hetzelfde gezind te zijn. Tegenover het eerdere viervoudige “aangezien” staat hier een viervoudig appel dat literair de structuur heeft van A-B-B-A: het eerste (”hetzelfde gezind”) komt overeen met het laatste (“het ene gezind”) en “dezelfde liefde” komt overeen met “samen bezield”. Hetzelfde gezind te zijn is geen oproep tot eenvormigheid. Dat iedereen hetzelfde denkt en handelt bestaat niet en is alleen een droombeeld van dictators. Eensgezindheid is niet het delen van dezelfde opinie maar het delen van dezelfde instelling: georiënteerd zijn op de ene God en buigen voor Zijn woord. 44

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication