156

Galaten 5:22 – vreugde Maar de vrucht van de Geest is liefde: vreugde, vrede, geduld, geschiktheid, goedheid, trouw, bescheidenheid, zelfbeheersing. In deze brief staat wet tegenover genade, vlees tegenover Geest en werken tegenover vrucht. Waar “het vlees” aan het werk wordt gezet (> wet!), zijn “de werken van het vlees” onvermijdelijk. In de voorgaande verzen passeerde een vermoeiende lijst van werken die dubbel zolang is (16) als de beschrijving van liefde, dat is de vrucht van de Geest (8). Heel opmerkelijk hoe de lijst van werken het contrast en spiegelbeeld is van de opsomming van de vrucht van de Geest. Zo zijn de eerstgenoemde werken (hoererij en onreinheid) het tegendeel van de laatstgenoemde eigenschap van de vrucht (zelfbeheersing). En de laatstgenoemde werken van het vlees (dronkenschap en orgies) contrasteren met het eerste kenmerk van de vrucht (vreugde). Enzovoort. Anders dan met dronkenschap kan een mens zelf geen vreugde produceren. Dronkenschap is typisch een uiting van schijnvreugde: vrolijkheid uit de fles die een kater achterlaat als souvenir. Ware vreugde komt van binnenuit. Ze groeit en bloeit op als vrucht uit de overtuiging dat de ene GOD ons onvoorwaardelijk liefheeft (agapé). Niet voor niets is vreugde in dit vers het eerste kenmerk van liefde als “vrucht van de Geest”. 165

157 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication