30

Galaten 1:15,16 – vanaf de moederschoot Maar toen het God behaagde, die mij afzonderde vanuit de schoot van mijn moeder en roept door zijn genade, om zijn zoon in mij te onthullen opdat ik hem zou evangeliseren onder de natiën … Paulus’ afzondering met het oog op zijn taak om Gods Zoon te evangeliseren onder de natiën begon niet pas bij zijn roeping (vlakbij Damascus), maar reeds vanaf de moederschoot. Alles in zijn leven was door GOD bestuurd om van Saulus de man te maken, die Hij voor ogen had. Saulus was van geboorte een Jood, uit de stam van Benjamin (Filp.3:5). Een Hebreeër (Filp.3:5) maar ook Griekssprekend (Hand.21:37). En bovendien een Romein van geboorte (Hand.22:27). Zo werd Saulus van Godswege reeds vanaf zijn geboorte ‘voorgesorteerd’ om bij gelegenheid de “apostel van de natiën” te worden. Ook van Jeremia lezen we dat hij, al voordat hij uit de moederschoot voortkwam, door God was geheiligd (= apart gezet) en was gesteld tot een “profeet voor de natiën” (Jer.1:5). De parallel is opmerkelijk. Beiden kondigden Jeruzalems ondergang in hun generatie aan, en beiden kregen met het oog daarop een missie voor de natiën. Hadden Paulus of Jeremia daarvoor gekozen? Nee allerminst! Nog voordat ze ook maar iets wisten of hadden gedaan, had GOD hen daartoe al uitverkoren (vergl.Rom.9:11). 33

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication