36

Galaten 1:19 – Jakobus, de broer van de Heer … en geen ander van de apostelen, nam ik waar, dan Jakobus de broer van de Heer. In Handelingen 9:26 lezen we dat toen Saulus in Jeruzalem arriveerde, de gelovigen bang voor hem waren omdat zij niet konden geloven dat hij nu ook een discipel was. Het was Barnabas die Saulus bij “de apostelen” bracht (Hand.9:27) om hen op de hoogte te stellen van Saulus’ verhaal. Met “de apostelen” wordt blijkens Galaten 1 dus gedoeld op Kefas en Jakobus. De Jakobus hier is niet één van “de twaalf”(Hand.1:13). Deze Jakobus is de oudste van de vier (half-)broers van de Heer (Mat.13:55). Tijdens Jezus’ openbaar optreden waren zij nog ongelovig (Joh.7:5). De meest logische verklaring hoe Jakobus tot inkeer is gekomen, geeft 1 Korinthe 15:7: de opgewekte Christus is aan hem verschenen. Dat verklaart tevens waarom hij tot de apostelen gerekend kan worden. Hij is ook de schrijver van de beroemde Jakobus-brief. Vanwege afwezigheid van zijn Broer, werd Jakobus in Jeruzalem algemeen beschouwd als de ‘interim-rechthebber’ op de troon en decennia lang was hij de leider van tienduizenden Jezus-belijdende ijveraars van de wet (Hand.15:13; 21:18,20). Maar hoe belangrijk Kefas’ en Jakobus’ rol ook waren, Paulus’ bediening staat er uitdrukkelijk los van. Zijn Evangelie heeft hij van Christus zelf, vanuit de hemel ontvangen en geleerd. 39

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication