57

Galaten 2:11 – Paulus weerstaat Petrus Toen echter Kefas in Antiochië kwam, weerstond ik hem in het gezicht omdat hij veroordeeld was. Het hier beschreven bezoek van Kefas aan Antiochië moet betrekkelijk kort na de apostelvergadering hebben plaatsgevonden. In elk geval vóór Handelingen 15:39, omdat Paulus en Barnabas daar uit elkaar gingen, terwijl Barnabas hier nog bij Paulus is (2:13). Dit is de derde ontmoeting met Kefas die Paulus in deze brief beschrijft. In 1:18 bezocht Paulus Jeruzalem om aan hem zijn verhaal te vertellen. In 2:1-10 krijgt Paulus officiële erkenning van Kefas en de andere “steunpilaren” in Jeruzalem. En tijdens deze derde ontmoeting in Antiochië weerstaat Paulus Kefas recht in het gezicht. Het lange relaas van Paulus moet duidelijk maken dat zijn apostelschap niet onder doet aan dat van hen die in achting waren in Jeruzalem. Integendeel zelfs; deze derde ontmoeting is de climax in Paulus’ bewijsvoering. Want zijn bediening is niet slechts herkend en erkend door Petrus en de zijnen. Bij deze gelegenheid bewijst Paulus zelfs boven Petrus te staan. De formulering in het Grieks duidt erop dat Petrus door zijn eigen daad reeds veroordeeld was. Paulus deinsde er niet voor terug om de voornaamste onder de twaalf daarmee te confronteren. Zeer confronterend ook voor de Galaten: niet Paulus werd gecorrigeerd door Petrus, maar Petrus door Paulus! 62

58 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication