101

Efeze 3:13 – moedeloos?!? Daarom verzoek ik niet moedeloos te worden in mijn verdrukkingen ten behoeve van jullie, want dat is jullie heerlijkheid. Zoveel heerlijkheid had Paulus in het voorgaande van deze brief opgetekend. Over de hemelhoge positie die God, voor de geboorte van de wereld reeds, had toegedacht aan de ekklesia. Over de geestelijke eenheid die tussen heiden en jood tot stand is gebracht en de tussenmuur – de wet van de geboden – die hen verdeelde en die afgebroken is. Over het Goddelijke geheim dat via Paulus werd bekend gemaakt en “het voornemen van de aeonen” dat God als Schepper van alle dingen uitwerkt. Paulus was een gevangene. Maar in zijn ogen straalde het licht van het Goede Bericht dat hij mocht uitdragen! Hoe wonderlijk klinkt zijn verzoek: hij vraagt aan zijn lezers niet moedeloos te worden van zijn verdrukkingen. De moeiten van zijn verdrukkingen maakten Paulus zelf in elk geval niet mistroostig of somber. En zijn lezers zouden zich daar evenmin door moeten laten terneer drukken. Paulus’ gevangenschap betekende dat deuren waren dichtgegaan. Maar waar de mens een deur sluit, daar opent God een venster. Vanuit de gevangenis mocht Paulus perspectieven tonen die nog nooit door iemand waren gezien. Heerlijkheid, ongekend! 106

102 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication