42

Efeze 1:18 – verlichte ogen … verlichte ogen van jullie hart, zodat jullie waarnemen wat de hoop van zijn roeping is, wat de rijkdom is van de heerlijkheid van zijn lotbezit te midden van de heiligen … Dit is niet de taal van een collegezaal. Nee, Paulus is veel meer als een gids die enthousiast zijn groep attendeert. In het eerste deel van dit hoofdstuk schreef hij over wat Christus’ roeping is en wat zijn lotbezit (erfenis) is. En hoe gelovigen daarin “in hem” delen. Dat moet je eerst vernemen. Maar vanaf dat punt begint Paulus’ gebed. Het is zijn bede dat zijn lezers niet slechts zouden weten wat zijn roeping is, maar dat ze zouden zien wat de hoop van zijn roeping is. En dat ze niet alleen zouden weten wat zijn lotbezit is, maar dat ze de rijkdom van de heerlijkheid van zijn lotbezit zouden waarnemen. De zaken waar Paulus over schrijft zijn allemaal verborgen. Met de ogen van ons hoofd valt er nu niets te zien. Daarom bidt Paulus om “verlichte ogen van het hart”. Dat het licht van Gods Woord in ons hart zou schijnen, dat uitzicht geeft op de hoop en rijkdom van zoveel heerlijkheid. Dat doet een mens van binnenuit stralen! 44

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication