78

Efeze 2:19 – medeburgers en huisgenoten Dus dan zijn jullie geen gasten en bijwoners meer, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God … De natiën waren ooit buitenstaanders. Kwamen ze in de stad Jeruzalem, dan was daar de tussenmuur die hen zorgvuldig op afstand hield van het heiligdom. Paulus’ gevangenschap (van waaruit hij nu schrijft; Efeze 3:1) was begonnen met de beschuldiging dat hij een heiden de tempel zou hebben binnengebracht. Die aanklacht was vals, maar “in de geest” was dat precies wat Paulus onderwees. De natiën zijn niet langer slechts gasten, maar huisgenoten. Geen bijwoners meer maar medeburgers! “Medeburgers van de heiligen” betekent niet dat de natiën nu zijn ingelijfd bij Israël. Nee, er is sprake van een nieuwe formatie, een “nieuwe mens”. Ef.2:15 Gelovigen uit de natiën en gelovigen uit Israël zijn beiden in Christus ingelijfd. Letterlijk: in het lijf, dat wil zeggen: in het lichaam van Christus geplaatst. Want dat is de ekklesia: het lichaam van Christus. In het begrip ‘medeburgers’ ligt besloten: samen burgers van één stad (polis). Bij ‘huisgenoten’ is de sfeer nog veel intiemer: samenleven in één huis. Het huis van God zonder bordjes ‘verboden toegang’; de plaats waar God als Vader woont en toegankelijk is voor allen die daar thuis zijn. 82

79 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication