45

artos, maar ook het woord azumos (gistloos) gebruikt hebben of alleen azumos (zie de vier evangeliën). Dan zou ook de Heer een andere aanduiding van het brood gebruikt hebben, zoals artos azumos (Hebreeuws: “lê’chêm matsót” letterlijk: “brood ongezuurd) of alleen azumos (Hebreeuws: “matsóth”). In dat geval zouden de Corinthiërs zoiets als matses hebben moeten eten. Wij hebben echter al geconstateerd dat de Heer-lijke maaltijd géén Joodse aangelegenheid is en voor de natiën in een geheel ander en boven het aardse uitgaand, perspectief geplaatst is. Het brood is hier niet bedoeld als beeld van het perfecte paaslam, van de absolute zondeloosheid van onze Heer Jezus Christus, maar als beeld van het lichaam dat de uitgeroepen gemeente is. Zolang de leden van dat lichaam nog aan de aarde gebonden zijn en de doden en de levenden nog niet de Heer in een veranderd lichaam in de lucht mochten ontmoeten (zie 1 Thesssalonicenzen 4:17), is de gemeente allesbehalve perfect en zondeloos. Daarom juist is het dagelijks brood, artos, bereid met gist, eigenlijk een zeer toepasselijk en realistisch beeld van de gemeente in haar huidige staat. Dat zij later heilig en smetteloos en onbeschuldigbaar voor Christus’ aangezicht gesteld zal worden (Colossenzen 1:22), is wonderschone toekomstmuziek. Dan zullen wij – nu alleen nog in de geest, straks in werkelijkheid – deel uitmaken van Hem die niet aan bederf onderhevig is. 49

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication