9

ellende, ziekte en verdrukking. Daarvan is Psalm 139 er één van. Het is een onovertroffen getuigenis van de liefde zoals alleen God die voor ieder mens koestert. De meeste woorden die David hier biddend uitspreekt, kunnen ook wij, leden van het lichaam van Christus, van harte beamen en naspreken, God, de Vader, in alles dankend! GOD KENT In Psalm 139 komen wij opvallend veel het Hebreeuwse woord voor “kennen” tegen (verzen 1, 2, 4, 6, 14 en 23; Strongnr. 03045).1 Het bepaalt de structuur van de psalm. God kent ieder mens door en door: - - - het pad dat hij door zijn gedachten, woorden en daden gaat (verzen 1-6); zijn ziel, zelfs nog vóór het moment waarop hij op de wereld kwam (verzen 13-16); zijn hart, waarvoor de bede klinkt: “Onderzoek mij, AL, en ken mijn hart” (verzen 23-24). GOD IS OVERAL Psalm 139 leert ons ook dat God alomtegenwoordig is. Er is in het heelal geen plek denkbaar waar een mens zich aan Zijn geest en Zijn tegenwoordigheid zou kunnen onttrekken, ook niet als hij in de duisternis zou onderduiken (verzen 7-12). Het is zoals Paulus later tegen de stoïcijnse wijsgeren zou zeggen: “want in Hem leven en bewegen en zijn wij” (Handelingen 17:28). 1 In de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Schrift, de Septuaginta, meestal vertaald met ginôskô (Strongnr. 1097). Strongnummers verwijzen naar de concordantie van Strong. 10

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication