28

baar. En Jahweh verhoorde zijn smeking, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd. De kinderen stootten in haar lichaam tegen elkaar. Toen zei zij: als dit zo is, waarom overkomt mij dit? En zij ging Jahweh raadplegen. Jahweh zei toen tegen haar: er zijn twee volken in uw schoot, en twee natiën zullen zich uit uw lichaam vaneen scheiden. Het ene volk zal sterker zijn dan het andere en de oudere zal de jongere dienen Gen.25:20-23 Izaäk trouwde dus met de door God voor hem bestemde vrouw Rebekka. Die was, net als Izaäks moeder Saraï onvruchtbaar. Toen smeekte Izaäk tot Jahweh voor zijn vrouw. Hij deed dus niet als zijn ouders, die de Egyptische slavin in het gezin brachten, waaruit Ismaël - als zoon van het vlees - geboren was. Hij bad tot Jahweh, de God (EL8) die algenoegzaam, alomtegenwoordig is. De God van zijn vader Abraham Gen.17:1. Izaäk had wel heel zijn leven te danken aan de onwankelbare trouw van God aan Zichzelf en aan Zijn levendmakende kracht. En Jahweh verhoorde zijn gebed, Rebekka werd zwanger. Ook zij richtte zich nog vóór haar bevalling tot Jahweh. Dit, omdat de zonen in haar lichaam tegen elkaar drukten. Wat God haar toen bekendmaakte, neemt de apostel Paulus in Romeinen 9 over. Dit doet hij om te benadrukken, dat God Zelf de jongere (de mindere) boven de oudere (meerdere) geplaatst heeft. Hij had reeds over Jakob en Esau beschikt, voordat zij ook maar geboren waren, laat staan iets goeds of slechts gedaan hadden. Noch Esau, noch Jakob hadden kans of gelegenheid om zich voor God te onderscheiden. Ook was de goddelijke beslissing niet gebaseerd op een 8 Zie voetnoot 4 29

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication