God. Zelfs Petrus gedroeg zich gedurende deze tijd niet bepaald correct naar de Heer toe. Maar na de opstanding en verhoging van de Heer ging in vervulling, wat Petrus aan opdrachten ontvangen had. Met Pinksteren gebruikte Petrus de sleutels die hem toevertrouwd waren. Nu was de tijd gekomen, dat hij het evangelie voor de besnedenen openlijk, ongehinderd, vrij kon en mocht verkondigen. Handelingen bericht daarover. Door de dienst van Petrus en de andere apostelen werkte God voor korte tijd nog een keer zegenrijk onder het volk Israël. De kernboodschap van de apostel Petrus was het koninkrijk van God op aarde; daartoe behoorde de verkondiging van bekering, doop in water en vergeving van zonden. Petrus en de overige apostelen brachten deze boodschap eigenlijk alleen aan de Joden Hand.11:19; Jak.1:1; 1Petr.1:1. Slechts een paar niet-Joden hadden als proselieten deel aan Israëls evangelie, doordat zij zich geheel aan de Joodse voorschriften en rituelen onderwierpen en zich lieten besnijden. Saulus In Handelingen zien we Saulus, jongeman van Joodse komaf. Hij was toeschouwer bij de steniging van Stefanus, paste zelfs op de mantels Hand.7:58;8:1. Hij stemde in met de terechtstelling van Stefanus. En hij ging verschrikkelijk tekeer tegen de nog jonge uitgeroepenen van de Joodse gemeente. Hij noemde zichzelf later lasteraar, vervolger en geweldenaar 1Tim.1:13. Er was voor hem vermoedelijk niets, dat hij meer verafschuwde dan het evangelie, dat Petrus en de apostelen verkondigden. Waarom? Omdat hij ijveraar voor de wet was. Maar God veranderde deze jonge, dolle, razende man volledig. Saulus ging met brieven van de hogepriester in Jeruzalem naar Damascus. Dit deed hij, om 10
10 Online Touch Home