21

nieuwe schepping niet binnenbrengen. Vandaar dat Paulus dat onderwerp helemaal vermijdt en zich op rechtvaardiging richt, wat, in tegenstelling met vergeving, wél met de nieuwe schepping samenhangt. Vlak voor vers 21 waar een nieuwe ontwikkeling wordt geopenbaard komt Paulus tot een conclusie. En die luidt dat de hele wereld rechtens aan God is komen te vervallen en dat de wet zonde doet beseffen. Als er een rechtvaardige was geweest — rechtvaardig naar de eisen van God — dan had hij rechten bij God kunnen laten gelden die God verplicht was te accommoderen. Dat geldt niet alleen voor de Jood, maar ook voor de niet-Jood, want dan zou zijn onbesnedenheid tot besnijdenis gerekend worden (2:26), maar er is niemand waarmee op deze manier rekening moet worden gehouden. God is nu vrij met de wereld te doen wat Hij wil. De wereld is rechtens aan God vervallen, want er blijkt niemand te zijn die maar iets van recht bij Hem, de Schepper, kan laten gelden. In deze voor aardse schepsels penibele situatie klinkt dan het “Nu echter …” Er wordt een nieuw principe geïntroduceerd dat de wereld nog niet kende en dat komt op het moment waarop is vastgesteld dat God volkomen vrij is om te doen wat Hij wil. Van nu af aan gaat Gods rechtvaardigheid handelen en dat openbaart Hij op dit moment in de tijd. Voor dat moment was het zo dat Gods rechtvaardigheid als vanzelfsprekend moest worden aangenomen. Maar hoe het zat met Gods rechtvaardigheid wist niemand. Ook iemand als Job heeft het niet geweten. Maar nu wordt Gods rechtvaardigheid in 22

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication