41

Die •God –opzette⨀ als④ bedekkende bescherming, door het geloof in Zijn •bloed, nbtot aantoning van Zijn •rechtvaardigheid, Als we een wereldse situatie in dezelfde zinsbouw zouden vatten is het begrijpen ervan geen enkel probleem, maar oh, oh, wat heeft men moeilijk gedaan in uitleg en vertaling! Er is bijna geen beginnen aan om de misverstanden één voor één op te ruimen. Als het een werelds voorbeeld was zoals: die de trainer tevoren opstelde als verdediger, door het geloof in zijn capaciteiten, nbtot aantoning van zijn kunnen, dan zou een ieder begrijpen dat het om het geloof van de trainer gaat en niet om het geloof van een ander. Waarom dan zo moeilijk doen over vers 25? Kan God niet geloven? Ja, wel degelijk, Hij gelooft echter niet in ons, (wat ik soms wel hoor van christenen,4) maar Hij gelooft wel in Zijn Zoon, in Christus Jezus. Hoe zou Hij anders Hem de volledige heerschappij over alles, behalve Hemzelf, kunnen geven, terwijl Hij er ook op rekent alles van Hem terug te krijgen, opdat Hij alles in allen kan worden (1 Cor. 15:28). Daar is een groot geloof voor nodig van de zijde van God, Zijn Vader. God geloofde nog op een andere manier en dat was dat Hij er tevoren al mee rekende dat Jezus Christus zou komen en Zijn bloed zou geven. Hij zou Zichzelf geven als een losprijs voor allen (1 Tim. 2:6). In dat 4 In de uitdrukking: Geloof je niet in God? Hij gelooft wel in jou! 42

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication