Want wij zijn hiermee |rekenend⨀: een mens zal |gerechtvaardigd⨀ |worden⨀ met③ geloof, los van werken van de wet. Vele vertalingen hebben hier “door het geloof,” dat is echter geen letterlijke vertaling, want daarvoor zou het voorzetsel voor door (dia) noodzakelijk zijn, en dat staat er niet. Er staat “pistei” zonder voorzetsel, zonder lidwoord en in de derde naamval, de datief. De naamvallen worden geregeerd, ofwel door voorzetsels, ofwel door grammatica en omdat hier het voorzetsel ontbreekt is het de grammatica. Daarin is de eerste naamval het onderwerp. De vierde naamval, de accusatief, is het lijdend voorwerp. De tweede naamval is altijd “van.” En de derde naamval is wat er grammaticaal overblijft en dat kan het beste worden omschreven als “indirect object.” Dat omvat ook het meewerkend voorwerp maar is breder. Het meest letterlijk kan dat worden weergegeven met de voorzetsels aan of met en zo wordt het ook vaak vertaald in de bekende vertalingen. Hier moet het met zijn, evenals in vers 24. Met een geschonken geloof zal een mens gerechtvaardigd worden los van werken der wet. Of is Hij alleen de God van Joden? Nietʹ ook van natiën? Ja, ook van natiën, aangezien •God Eén is; Die de Besnijdenis zal |rechtvaardigen uit geloof en de Onbesnedenheid door het geloof. Zijn wij dan de wet teniet aan het doen door •geloof? Moge dat geen bestaan |krijgen⨀! Nee, wij |houden de wet |staande. 45
45 Online Touch Home