12

niet; maar dat christenen dat verkondigen, is meer dan bedenkelijk. Als zij zich niet voor de Schepper buigen en toegeven, dat zij niets dan maaksel van Zijn hand zijn Rom.9:20, zal de grootheid van God en Zijn wijsheid voor hen verborgen blijven. Geschokt staan christenen voor het probleem: God en mislukking? Weliswaar ‘wenst’ God, zo denken bijna alle evangelisten, dat niemand van de schepselen, die naar (lett.: in) Gods beeld geschapen zijn, voor eeuwig verloren gaat. Maar, als de mens – misleid door de tegenstander – zich niet bekeert en niet gered wil worden, dan moet hij nu eenmaal een prooi van satan blijven. En dus moet hij voor eeuwig naar de hel gaan. ‘Een dier’, zo zegt een professor in systematische theologie, ‘kan zijn bestemming niet ontlopen; maar de mens, jij en ik, kunnen dat wel. Wij kunnen een verkeerde rol spelen. Dan kan in de kantlijn van ons leven in het jongste gericht met rode inkt geschreven worden: onderwerp fout afgelopen!’ (Thielicke11). Men meent dus, dat God geheel machteloos is als de mens iets anders wil, een wil die Hij dus moet respecteren. Gods handelwijze wordt vergeleken met hoe een mens zich gedraagt, die zich slechts in de nauwe cirkel van omstandigheden beweegt, zoals die nu eenmaal gegeven zijn. Gods werk moet dus beperkt zijn, omdat aan Hem geen absoluutheid toegeschreven wordt. Ook een geniale staatsman kan geen wereld op de been brengen en maken, zoals die in zijn dromen leeft, maar hij moet de kunst van ‘wat mogelijk is’ bedrijven (Thielicke). 11 Zie voetnoot 1 13

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication