20

En zulke nietsnutten stellen in hoge mate de goddelijkheid van God ter discussie? Intussen blijft de absoluutheid van God onbeperkt en zonder compromis. Er is in het hele universum toch maar één wil, waar iedere andere wil aan moet onderschikken: de wil van die Ene Allerhoogste, van de Pantokrator17 en enige Soeverein18. Hij heeft het morele recht om te doen wat Hem behaagt. Alles hangt van Hem af: vergeving en verwerping, genade en uitkiezing. Over Zijn handelen is Hij bovendien aan niemand rekenschap verschuldigd. Hij is de koninklijke Wil, waarvan we de enige beslissende geldigheid altijd moeten erkennen. Ja, hoog boven al het menselijk willen staat Zijn absolute, onfeilbare wil. Omdat in God absoluut geen duisternis is, niets dat onbewust of afhankelijk is, gaat alle werking uit van Zijn wil. Toch is al wat gebeurt (altijd en overal) door toereikende oorzaken nauwkeurig bepaald. Vooral van de van de mens is het vormen van de wil nooit volkomen vrij, maar afhankelijk van door God bewerkte oorzaken. Ons bestaan danken wij aan Hem. Door Hem zijn wij geschapen Op.4:11. Wij zijn nauw met Hem verbonden en zouden ervaren, hoe Hij is. En wij zullen het ook ervaren! Ons leven is overeenkomstig Zijn voornemen tevoren vastgelegd, dat Hij zowel alleen- als gezamenlijk werkend, tot zijn doel brengt, zoals al Zijn werken. Alles verloopt volgens Zijn raad Ef.1:11. De mens staat niet vrijwillig in positie van zondaar, zoals ook de schepping niet vrijwillig aan de ijdelheid van de 17 Pantokrator, Grieks voor Almachtige; komt voor in 2Kor.8:18; Openb.1:8, 4:8, 11:17, 15:3, 16:7,14; 19:9,15; 21:22. 18 De hoogste in rang, krijgt geen instructies van ‘een hogere’. 21

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication