127

Ik geef eerst de tekst in het Grieks. We doen het rustig aan. Ik citeer, en kijk goed naar de Griekse woordvormen. “hous de proōrisen toutous kai ekalesen kai hous ekalesen toutous kai edikaiōsen hous de edikaiōsen toutous kai edoxasen” Daar staat, volgens het NBG: ‘… en die Hij tevoren bestemd heeft (proōrisen) dezen heeft Hij ook geroepen (ekalesen) en die Hij geroepen heeft (ekalesen) dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd (edikaiōsen) en die Hij gerechtvaardigd heeft (edikaiōsen) dezen heeft Hij ook verheerlijkt (edoxasen).’ Maar dat staat er dus niet. Dat wil ik even nadrukkelijk zeggen. Want stel, dat dit er zou staan, dan is het onzin. Vrome onzin. Maar: onzin. Waarom? Alleen al dat laatste woord: ‘edoxasen’. Volgens het NBG: ‘dezen heeft Hij ook verheerlijkt.’ Zijn wij al verheerlijkt? Nee, wij zijn nog niet verheerlijkt. Kan niet. Ik zal u vertellen, waarom dit niet kan. Alsof God ons al verheerlijkt zou hebben. Paulus zegt in 1 Korintiërs 15: “… hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is?” En in 2 Timoteüs 2:18: “… die uit het spoor der waarheid geraakt zijn met hun bewering, dat de opstanding reeds heeft plaatsgehad, waardoor zij het geloof van sommigen afbreken.” 133

128 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication