Die broeder stond bijna te dansen van vreugde. Hij zei: ‘Broeder, weet je, dat “blijft op hem”, dat staat niet in de aorist, nee, dat staat in de onvoltooid tegenwoordige tijd.’ En toen zei hij: ‘Geweldig, hè?’ Op het grind liet hij mij zien vanuit mijn eigen geknipte en geplakte bijbel, dat er niet stond in Johannes 3:36 emeinen (een aorist), maar menei (een onvoltooid tegenwoordige tijd). En dat ‘menei’ is een momentopname. Dat wil zeggen: die toorn rustte niet op hem in het verleden en zal ook niet in de toekomst op hem rusten, maar het is een voortdurende handeling in het heden. Nu zegt u misschien: ‘Nou, dat kan je wel zeggen, broeder, maar …’ Broeders, als u een beetje de Schriften kent, dan weet u dat Gods toorn nooit heel lang duurt. Om maar één vers te noemen: Psalm 30:6. Daar staat: “… een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen …” Weet u wat een ogenblik is? Een vingerknip. En weet u hoeveel vingerknippen ‘een leven lang’ is? Dat ga ik niet voor u uitrekenen. Miljarden vingerknippen, minstens … Dus Gods welbehagen is miljarden keer langduriger dan zijn toorn. Kijk, die broeder in Amerika heeft Gods Woord hartstochtelijk lief. Hij verblijdde zich over Gods Woord als iemand die een rijke buit vindt. Hij had mij nog maar nauwelijks ontmoet. We kenden elkaar helemaal niet. Maar hij kon zijn mond niet houden over Johannes 3:36. Hij zat zo vol van de Schriften, dat zijn lippen het wel móesten zeggen. Gods Woord stroomde als levend water uit zijn binnenste. Ik kom nog even terug op Johannes 3:16. 140
135 Online Touch Home