151

En deze Amerikaanse vrouw wordt, verlamd, maar in al haar stralende, onberispelijke schoonheid, bij een stervende vrouw gebracht. En wat gebeurt er nou? Weet je, Joni kan helemaal niks. Ze kan niet eens tandenpoetsen. Alleen maar met de mond schilderen. Joni moet met alles geholpen worden. En dan pakt een van de begeleiders van Joni haar verlamde rechterarm. En ze legt Joni’s verlamde rechterhand op het hoofd van de vrouw op het bed. En dan zegent Joni de stervende vrouw. Als je dat ziet, dat God de moeite neemt, om Joni eerst verlamd te laten raken, door een ondoordachte duik in ondiep water. Allemaal toestanden. Zelfmoordneigingen. Jezelf accepteren. Beroemd worden. Prijzen winnen. Allemaal krankzinnige dingen. En dat God dan de moeite neemt om die Joni naar die vrouw te sturen. Want die vrouw heeft God nodig. En niemand weet dat. Maar God weet dat wel. Dus God stuurt Joni, die al twintig jaar, of zoiets, volstrekt hulpeloos is, die niet eens zelf haar armen op kan tillen. En die Amerikaanse vrouw zegent die Afrikaanse vrouw. Weet u wanneer die aids-patiënte doodging? Eén uur nadat Joni haar gezegend had. Als Joni vertraging had gehad, of even naar de wc had gemoeten, was die vrouw al dood geweest. 157

152 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication