166

12. De Rabbijn Lieve broeders en zusters, geachte aanwezigen, “Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen. Bij geval daalde een priester af langs die weg; en deze zag hem, doch ging aan de overzijde voorbij. Evenzo ging ook een Leviet langs die plaats, en hij zag hem en ging aan de overzijde voorbij. Doch een Samaritaan, die op reis was, kwam in zijn nabijheid, en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op; en hij zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand en zeide: Verzorg hem en mocht gij meer kosten hebben, dan zal ik ze u vergoeden, op mijn terugreis.” [Lucas 10:30b-35] Twee maanden geleden verscheen er in de EO-Visie een verslag van een reis die Henk Binnendijk naar Israël gemaakt had. In dat verslag schreef Henk Binnendijk onder andere: “Je merkt ook dat er bij de Joden, in deze moeilijke periode, een groeiend zoeken is naar hun God. We ontmoetten een Nederlandse rabbijn, een prachtige man, vol van God …” Veertien dagen na de publicatie van dit reisverslag las ik in de EO-Visie een ingezonden brief. Ik wil een gedeelte van deze brief aan u voorlezen. “In het verslag van zijn reis naar Israël spreekt Henk Binnendijk over het groeiend zoeken bij de Joden naar hun God. In zijn ontmoeting met een ongetwijfeld sympathieke rabbijn, noemt hij deze geestelijk leider in de Joodse religie ‘een prachtige man, vol van God’. 173

167 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication