200

Ik moet u dan ook bekennen, dat ik de laatste tijd weinig christelijke literatuur gelezen heb. En dat ik, toen ik de brochure van broeder Ouweneel onder ogen kreeg, eigenlijk niet eens de energie had om het zelfs maar vluchtig door te bladeren. Hoewel de titel provocerend genoeg was, heb ik, twee weken geleden, in een evangelische boekwinkel, na een korte blik op de titel, de brochure terzijde gelegd. Tot enkele broeders mij erop attent maakten, dat broeder Ouweneel de argumenten in deze brochure ondersteunde met Griekse teksten. Degenen die mij hierop wezen, wisten heel goed, dat ik hierop zou reageren. Een boek schrijven, oké, oké … Zoals 1 Korintiërs 3:13 dat zegt: “hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken …” Is een boek dan goud, zilver, kostbaar gesteente, of zal een boek hout, hooi, stro zijn, we zullen het dán weten. Ik ben, eerlijk gezegd, geneigd te stellen, dat de meeste boeken, die door overigens oprechte christenen geschreven zijn, het vuur niet zullen doorstaan. Maar goed, terug naar broeder Ouweneel. Hij gebruikt dus, zeiden mijn broeders, in die brochure Griekse teksten, dat wil zeggen: Gods Woord dus. En als ik dit zó zeg, dan beginnen de mensen, die mij een beetje kennen, te lachen. Want zij weten, dat als iemand aan mij vraagt: ‘Geloof jij wat er in de bijbel staat?’ Dat ik dan zeg: ‘Alleen als het overeenkomt met Gods Woord.’ Nu vraagt u misschien: ‘Maar de bijbel is toch Gods Woord?’ Nee, mijn lieve broeder, mijn lieve zuster, de bijbel is een vertaling van Gods Woord. De echte Schriften, het echte Woord van God, is wat betreft het Oude Testament in het Hebreeuws, en wat betreft het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven. 208

201 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication