206

Ik heb dan ook voor u alle Schriftplaatsen, die broeder Ouweneel noemt, uitgewerkt. U kunt dus precies de gedachte van broeder Ouweneel volgen, en zien of het waar is, wat hij zegt. Dat noemen wij: concordante studie. Ik geef u dus de Griekse tekst. En de vertaling van het NBG ernaast. Nu gaan wij het artikel van broeder Ouweneel lezen. Wij gaan kijken wat hij ons te zeggen heeft. ‘Want het is van een enorm belang’, zegt hij. En dat ben ik hartgrondig met hem eens. Daar gaan we dan. Broeder Ouweneel begint met te stellen, dat: ‘eeuwig ’ in het Grieks ‘aiōnios’ is, een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van het zelfstandig naamwoord ‘aiōn’, dat zowel ‘eeuw’ als ‘eeuwigheid’ kan betekenen (soms ook ‘wereld’).’ [Waarbij ik even op wil merken, dat die weergaven: ‘eeuw’, ‘eeuwigheid’ en ‘wereld’ niet ‘concordant’, dat wil zeggen: niet ‘consistent’ zijn, maar dat geeft nu even niet.] ‘Aiōn’, zegt broeder Ouweneel, dus, is ‘eeuw’ of ‘eeuwigheid’. Het is volkomen juist, zegt broeder Ouweneel vervolgens, dat ‘aiōn’ soms duidt op een beperkte tijdsperiode. Hoort u wat hij zegt? ‘Aiōn’ duidt soms op een beperkte tijdsperiode. Waarbij broeder Ouweneel opmerkt, dat het in dat geval niet zozeer gaat om de lengte als wel om de geestelijke kenmerken van die tijdsperiode. Denken we aan een uitdrukking als: ‘de tegenwoordige eeuw’… Nu zoeken we in Gods Woord wat er staat over deze ‘tegenwoordige eeuw’. We kijken naar alle verwijzingen van broeder Ouweneel. De Nederlandse vertaling is vanuit het NBG. 214

207 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication