21

Ik wil nu even met je evalueren. ‘Aiōn’ is dus niet ‘eeuwigheid’. ‘Eeuwigheid’ bestaat niet in Gods Woord. Gods Woord spreekt over ‘aeonen’, onafzienbare tijdsruimten. Begrijp me goed. Ik wil hier opnieuw benadrukken dat de bedoelingen van onze vertalers heel nobel zijn. De vertalers vinden dat het woord ‘eeuwigheid’ bij God hoort. Misschien vind jij dat ook. Maar God zelf denkt daar heel anders over. God vindt dat ‘aeonen’ bij Hem passen. God zegt van zichzelf dat Hij “de Koning van de aeonen” is. Dat betekent dat Hij alles onder controle heeft. Dat alles precies zo gaat zoals Hij zich dat voorgenomen heeft. Volgens “het voornemen van de aeonen”. Heel veel mensen voelen hun geloofsopvattingen wankelen, als hen verteld wordt dat er geen ‘eeuwigheid’ is. Dan roepen ze: ‘En ons eeuwige leven dan?’ Tja. Er is inderdaad geen ‘eeuwig’ leven. Er is een ‘aeonisch’ leven. Het leven van de komende aeonen. Ja, maar er komt toch een einde aan de aeonen? Inderdaad. Maar dan komt er ook een einde aan ons aeonische leven. Inderdaad. Wat dan? Leven we dan niet meer? Natuurlijk wel. ‘Aeonisch’ is een aanduiding. Een karakterisering van een periode. Kijk, wij zijn allemaal tieners geweest. Dat is een aanduiding. Dat is een karakterisering van een periode. Toen wij 10 jaar werden, begonnen onze tienerjaren. 24

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication