229

De vriend van mijn neef legde, onverwacht, zijn beide armen op mijn armen. Een intiem en indringend gebaar. Hij zei: ‘Misschien heeft u niet veel tijd meer, zoals mijn vader. Doe wat u doen moet. Stel het niet uit.’ Na deze woorden stond hij op en liep hij weg. Misschien heeft die vriend van mijn neef wel gelijk. En heb ik niet veel tijd meer. En moet ik doen wat ik moet doen. En daarom krijgt u vanmiddag twee boodschappen van mij. De harde èn de zachte. Mijn onderwerp vanmiddag is: ‘het verzoendeksel’. Of, zoals André vanmorgen in zijn presentatie al aangaf, juister gezegd: ‘de beschutplaats’. Om het vanmiddag eenvoudig te houden en om aan te sluiten bij uw bijbelvertaling, zal ik steeds het woord ‘verzoendeksel’ gebruiken. Maar u weet dan dat ik eigenlijk ‘beschutplaats’ bedoel. Goed. Laten we eerst even naar de feiten kijken. Wanneer wij in onze bijbelvertalingen in het Nieuwe Testament het woord ‘verzoendeksel’ opzoeken, dan vinden we dat in Hebreeën 9:5. Eerst het Grieks: “huperanō de aute cheroubein doxes kataskiazonta to hilastērion” Dan de Statenvertaling. “En boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden …” Hier wordt in de Statenvertaling het woord ‘verzoendeksel’ gebruikt voor het Griekse woord ‘hilastērion’. 237

230 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication