234

Waarom zeggen zij dat? Nou, omdat ook die overkoepelende vertalingscommissie geen idee heeft waarom hier, in Romeinen 3:25, het woord ‘verzoendeksel’ gebruikt wordt. Dit is dus de eerste grote vraag van vanmiddag: Waarom wordt er hier, in Romeinen 3:25, het woord ‘verzoendeksel’ gebruikt? Het antwoord is: Anders klopt de vergelijking in deze verzen niet. Er moet ‘verzoendeksel’ staan. Laten we eerst even naar Romeinen 3:23-24 kijken. Daar staat in de NBG-vertaling: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.” Omdat het voegwoord ‘en’ twee keer voorkomt in deze zin, is het woord ‘allen’ twee keer weggelaten. Maar je moet het erbij lezen. Eigenlijk staat er dus: “Want allen hebben gezondigd en allen derven de heerlijkheid Gods, en allen worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld (letterlijk:) [het] verzoendeksel [te zijn] …” God heeft Christus Jezus dus voorgesteld het verzoendeksel te zijn. Wat is dat: Hij is het verzoendeksel? Eenmaal per jaar moest de hogepriester bloed sprenkelen op het verzoendeksel. Ten behoeve van zichzelf en van het gehele volk. En dan zegt Leviticus 16:30: “Want op deze dag zal over u verzoening (letterlijk: ‘beschutting’) gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij gereinigd worden voor het aangezicht des HEREN.” 242

235 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication