236

Heel veel broeders worden juist erg zenuwachtig als je ze vertelt dat God allen rechtvaardigt. Waarom? Nou, hun kerkgenootschap verkondigt dat God niet allen rechtvaardigt. En hun voorgangers spreken zware sancties uit tegen degenen die er anders over durven te denken. De rechtvaardiging van allen is in de ogen van deze voorgangers ‘een verderfelijke ketterij’. Weet u, toen ik gisteren nog steeds aarzelde of ik deze middag een harde of een zachte boodschap zou gaan uitspreken, toen werd ik bepaald bij juist dit punt. Dat de druk vanuit het kerkgenootschap zo groot is, dat mijn broeders eronder bezwijken. Dat hun emotie het wint van hun verstand. Mijn broeders zeggen: ‘Ja, Romeinen 3:25 zegt wel dat God allen rechtvaardigt, maar dat kán niet waar zijn. Zouden onze leiders zich zó erg vergist hebben? Dat kan ik niet geloven.’ En dan beroepen mijn broeders zich op de woorden van hun voorgangers. En daarmee stellen mijn broeders het woord van mensen hoger dan het Woord van God. Of, om het met de woorden van onze Heer te zeggen: Marcus 7:13 Eerst het Grieks: “akurountes ton logon tou theou tē pardosei humōn” “Jullie maken het Woord van God ongeldig in jullie overlevering.” In het NBG: ‘gij maakt het woord Gods krachteloos door uw overlevering.’ Let even op het verschil tussen de grondtekst en de bijbelvertaling. 244

237 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication