249

Of misschien hier wel, in deze bijeenkomst. En dan zegt Hij tot u: ‘Ik rechtvaardig jou, want mijn Zoon is het verzoendeksel.’ En vreemd genoeg weet u in uw hart dat het waar is. U weet dat het God is die tot u spreekt. En dan hoeft u alleen maar te zeggen: ‘Heer, het is waar wat U zegt. Dank U, Heer, U rechtvaardigt mij, want Uw Zoon is het verzoendeksel.’ En dan bent u een kind van God. Zo simpel is het. Dat meen je niet. Ja, dat meen ik wel. Weet u waarom? Nou, u bent tot besef van de waarheid gekomen. Of niet? En daar gaat het om. God wil dat u tot besef van de waarheid komt. Nu zijn er ook broeders die al jaren geleden door God zijn geroepen. Zij gaan hun hele leven al naar de kerk. En dan gaan ze plotseling twijfelen. Zij vragen zich af: ben ik wel een kind van God? Tegen die broeders wil ik zeggen: Christus Jezus is het verzoendeksel. Ja, dus? Nou, toen in het verleden de hogepriester één keer per jaar het bloed op het verzoendeksel sprenkelde, werd iedereen in het volk gereinigd. Niemand kon zeggen: wat daar achter het voorhangsel gebeurde, was niet voor mij. Had iemand in het volk deel aan het sprenkelen op het verzoendeksel? Nee, ze waren gewoon op de plaats waar zij waren. De verzoening werd voor hen gedaan. 257

250 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication