259

leven waar we rotsvast op vertrouwden, onze bijbel, bleek niet waar te zijn.’ Ik wist precies wat hij bedoelde. Ik moest denken aan mijn eigen ervaring, nu bijna veertig jaar geleden. Dat ik er achter kwam dat de NBG-vertaling op veel plaatsen onjuist vertaald was. Het was een grote schok. Weet je wel, wat je leest? Nee, je weet niet wat je leest. Je dènkt dat je weet wat je leest. Toen ik daar veertig jaar geleden achter kwam, was dat een keerpunt in mijn leven. Ik had er nooit bij stil gestaan dat mijn bijbel een vertaling was. Jij wel? Nou ik niet. Theoretisch wist ik dat wel. Maar ik stond er niet bij stil. Ik dacht dat mijn bijbelvertaling onfeilbaar was. Dat er geen fouten in stonden. Ik vertrouwde er blindelings op. Maar ik had het nooit gecontroleerd. Ik was niet gelovig geweest. Maar lichtgelovig. Ik herinner mij een bijeenkomst waar ik eens was. André had daar een magistrale toespraak gehouden over de aeonen. Na afloop van zijn toespraak konden de aanwezigen vragen stellen. Een oudere dame vroeg zich af: ‘of ze haar bijbel dan eigenlijk nog wel kon vertrouwen?’ Er ontstond een groot geroezemoes in de zaal. De vraag van die zuster viel helemaal weg. De meeste aanwezigen waren al bezig hun spullen in te pakken. Ik had innig medelijden met mijn oudere zuster. 267

260 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication