28

U raakt in de schulden. ‘Dank U, Heer, dat ik in de schulden zit.’ Nu zegt u misschien: ‘Broeder, dat meen je niet, hè?’ Dan zeg ik: ‘Ja, dat meen ik wél.’ En dan zegt u: ‘Maar je denkt toch niet, dat ik God voor al die moeilijke dingen ga danken?’ O, nee? Waarom niet? Er staat toch in 1 Tessalonicenzen 5:18 “dankt God onder alles”? ‘Ja’, zegt u, ‘maar je kunt het natuurlijk ook overdrijven.’ Dacht u dat? U weet toch, dat er geen musje op de aarde zal vallen, zonder de wil van uw hemelse Vader? Dat al de haren van uw hoofd geteld zijn? Kent u psalm 139? Psalm 139 is het lied, dat tijdens de tempeldienst door de tempelzangers gezongen werd. HERE, U doorgrondt en kent mij; U kent mijn zitten en mijn opstaan, U verstaat van verre mijn gedachten; U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen bent U vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, U kent het volkomen; U omgeeft mij van achteren en van voren en U legt uw rechterhand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij … Het woord ‘God’ in het Nieuwe Testament is het vertaalwoord voor het Griekse ‘theos’. Het woord ‘theos’ is afgeleid van het werkwoord ‘tithemi’, dat ‘plaatsen’ betekent. ‘Theos’, ‘God’, is dus de ‘Plaatser’. Gods Woord verzekert ons dat God ‘liefde’ is. 31

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication