293

Broeder, we leven wel in het genade-tijdperk, hè? Absoluut. Nou, dan moet je genadig met je broeders omgaan, toch? Absoluut, ik zal mijn uiterste best doen om het zo genadig mogelijk te zeggen … Maar broeder, wees voorzichtig, hè? Natuurlijk zal ik voorzichtig zijn. Denk eraan dat die boodschap pijnlijk is, hè? Ja, natuurlijk is die boodschap pijnlijk. Maar weet u wat nog pijnlijker is dan die boodschap? Denken dat je gelooft. En dan verdwalen. Dat is pas écht pijnlijk. Heel pijnlijk … Ik was eens op een conferentie, waar André Piet toespraken hield. Een klein kinderkoortje had een lied ingestudeerd. Zij zongen dit na één van die toespraken. Tussen de kleine kinderen stond een stralende oudere zuster. Ze zongen: ‘Er is één Middelaar …’ En bij de woorden ‘de Zoon van God’ spreidden ze allen hun armen uit. Het symbool van het kruis. Ik kon mijn tranen niet meer bedwingen … Later hoorde ik dat mijn tranen opgemerkt waren. De aanwezigen vonden die tranen van mij merkwaardig. Zo niet passend bij mij. Ik was toch die broeder van die concordante interlineairs. Van dat Grieks … Ik was toch een wat gereserveerde man van de theorie en van de studeerkamer … En dan tranen? Twee weken later sprak ik met een jonge, intelligente broeder. Hij zei tegen mij dat geloof niets met je gevoel te maken heeft. Ik begreep hem wel. 303

294 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication