315

Nou, dan luistert u niet goed. Want die klokken roepen: ‘Kom niet hier … kom niet hier …’ Dit was even een grapje. Maar ook weer niet. Want mijn vrouw en ik hebben daar jaren last van gehad. Van dat schuldgevoel. Wij moesten op zondag toch naar de kerk … Daar hoorden wij toch thuis … Nou, ècht niet … Want de boodschap, die daar verkondigd werd, was niet het evangelie. Wij roepen u vandaag op: wees niet ongelovig, maar gelovig. Geloof niet in de leer van de kerk. Geloof in wat God zegt … De boodschap dat God de Redder is van alle mensen is balsem voor ons hart. Het is balsem voor ons hartzeer over onze geliefden, die misschien geen gelovigen zijn. Want wij weten dat God ook hun Redder is. God heeft een perfect plan met ieder mens. Want God houdt van ieder mens. Wie die mens ook is. En wat die mens ook gedaan heeft. God houdt van die mens. Omdat ieder mens zijn schepsel is. Ieder mens is kostbaar in zijn ogen. Daarom is God ook de Redder van alle mensen. God is de Redder van alle mensen. Dat is een heerlijke boodschap. Daarom wil ik graag, tot slot, een nieuw antwoord formuleren op de vraag van zondag 1 van de Heidelbergse catechismus. Vraag: Wat is uw enige troost in leven en in sterven? Antwoord: Dat God de Redder is van alle mensen. 326

316 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication