33

Dan worden de twee broeders een cel in gesleept en aan de grond vastgeketend. Nou, daar zit je dan. Doe je je best voor het evangelie. Loopt het zo met je af. Dat visioen, in Turkije, zal ook wel niet van de Heer geweest zijn. En jij moest zo nodig weer eens een geest uitdrijven … Praten die broeders zo? Nee. Zij zingen Gods lof. Waarom? Nou, die broeders kennen God. Zij weten dat God GOD is. En dat God het waard is om verheerlijkt en gedankt te worden. Daarom. Ja, en die pijn dan? Prijs God. En al dat bloed? Prijs God. En die ketenen dan? Prijs God. En die smerige, stinkende cel dan? Prijs God. Nu gaat het er mij vanmiddag niet om hoe deze geschiedenis afloopt. Ik zie al een broeder glimlachen. Handelingen 16, natuurlijk … Het gaat mij om de actie van de beide broeders. In uiterst benarde omstandigheden zongen zij Gods lof. Broeder, hebt u ook het gevoel dat u in uw situatie gevangen zit? Zing Gods lof. Dat u geen kant op kan? 36

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication