334

Het gaat in de rechtvaardiging dus om God en Christus Jezus. Zodat God en Christus Jezus alle eer krijgen. Wanneer het tot je doordringt, dat het in Romeinen 3:19-26 eigenlijk niet om jou gaat, maar om God en om Christus Jezus, dan word je een happy man. Of een happy woman, natuurlijk. NB Een broeder meende, na afloop van deze toespraak, een tegenstelling te zien tussen mijn toespraak ‘het verzoendeksel’ en deze toespraak ‘een juridisch document’ (‘The happy man’). Deze schijnbare tegenstelling is een kwestie van benadrukking van twee verschillende aspecten van de rechtvaardiging. In ‘het verzoendeksel’ spreek ik over de rechtvaardiging van ‘allen’. Hier, in het ‘juridisch document’, spreek ik over de rechtvaardiging van ‘allen, die geloven’. Dit verschillende aspect komt, omdat in vers 26 God zegt, dat Hij in ‘de huidige periode’ (= het tijdperk van het evangelie van Paulus) hem rechtvaardigt, die uit het geloof van Jezus is. In de volgende perioden zal God de niet-gelovigen rechtvaardigen. Zoals het in 1 Timoteüs 4:10 staat: “de levende God, die een Redder is van alle mensen, vooral van gelovigen.” Het woord ‘vooral’ heeft als basis-betekenis: ‘EERDER-meest’. Gelovigen worden ‘eerder’ gerechtvaardigd, het meest-eerder. Alle mensen worden in hun eigen rangorde gerechtvaardigd, zoals God dat bepaalt. Uiteindelijk (aan het einde van de aeonen) worden alle mensen gerechtvaardigd. Omdat Christus Jezus in zijn bloed de beschutplaats is voor allen. 345

335 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication