355

Van die 45 verschillende verbuigingen van het werkwoord is de medialis met circa 40% van die specifieke werkwoordsvormen de grootste groep. Dit betekent, wanneer men in de bijbelvertaling de medialis negeert, dat men dan 40% van de specifieke verbuiging van de werkwoordsvormen niet goed weergeeft. En dat daarmee de betekenis van die werkwoordsvormen ons ontgaat. Hoe kunnen we dan proberen in de bijbelvertaling dichter bij de betekenis van de medialis te komen? Wanneer men alle aanwijzingen van de bestaande literatuur samenvat, dan kunnen we zeggen, dat de mediale verhouding wijst op de verbinding, die het onderwerp aangaat met de handeling. De sterke verbinding, die het onderwerp in de mediale verhouding met de handeling aangaat, laat zien, dat in de mediale verhouding het onderwerp niet alleen handelt, of een handeling ondergaat, maar dat het onderwerp, bovendien, als betrokkene, intensief aan de handeling deelneemt. De medialis kan, afhankelijk van de context, zowel actief als passief weergegeven worden. De ‘intense betrokkenheid’ van de medialis wordt in de consistente (concordante) vertaling op mijn website geschriften.nl aangegeven met de toevoeging [met-heel-dienswezen]. Deze bevindingen over de medialis en over de aorist versus de onvoltooid tegenwoordige tijd gaan wij nu concreet toepassen. Wij gaan kijken naar het verschil tussen de aorist en de onvoltooid tegenwoordige tijd in de medialis. 1 Korintiërs 6:11 “apelousasthe” (een aorist medialis) NBG: ‘jullie worden schoongebaad’ 1 Korintiërs 15:2 “sōzesthe” (een onvoltooid tegenwoordige tijd medialis) NBG: ‘jullie worden gered’ 366

356 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication