37

In Filippenzen 2:9-11 staat dat de Heer Jezus gehoorzaam is geworden. Tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom verhoogt God Hem ook uitermate en geeft Hem de naam boven alle namen, opdat in de naam van Jezus alle knie zich zou buigen van die in de hemel zijn, van die op de aarde zijn en van die onder de aarde zijn, en elke tong zal belijden dat Jezus Christus Heer is. Misschien kent u het lied: ‘Oh, when the saints go marchin’ in.’ Dat is een negro-spiritual. Geschreven in de tijd van de slavernij. In dit lied wordt bezongen hoe heerlijk het in de hemel zal zijn. De slaven van die tijd wilden daar graag bij zijn. Wij ook, natuurlijk. En dan gaat het lied verder: ‘En wanneer ze Hem als Heer der heren zullen kronen (dat gaat over Christus), daar willen wij bij zijn.’ Nou, reken maar, dat ik daar ook heel graag bij wil zijn. Want weet je, dat ik verheerlijkt zal worden, prima. Maar dat mijn Héér verheerlijkt wordt, dat zal iets gewéldigs zijn. Hij, die bespot en geslagen is, ook voor mij. Hij, die doorstoken is, ook voor mij. Dat Hij verheerlijkt wordt, is voor mij van een overwéldigende heerlijkheid. En als dan de hele schepping erkent en belijdt dat Hij Heer is, dan doet onze Heer Jezus een stapje terug. Hij gaat midden tussen zijn verlosten staan. En dan wijst Hij naar God, de Vader. En dan zegt Hij: ‘Alles is uit Hem, en door Hem.’ En dan zal onze Heer de Vader aanspreken. En de hele schepping zal zwijgen. En dan zal onze Heer zeggen: ‘Zie, hier Ik en de kinderen, die U Mij gegeven heeft.’ En dan zal onze Heer God verheerlijken. 40

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication