76

Laten we nog een keer Handelingen 17 lezen. “Maar de broeders zonden terstond in de nacht Paulus en Silas naar Berea, die, daar aangekomen, naar de synagoge der Joden gingen; en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren. Velen dan van hen kwamen tot het geloof …” U ziet, deze lezing wijkt iets af van de lezing van vóór de pauze. Ik heb de volgende regel uit Handelingen 17 erbij gehaald. “Velen dan van hen kwamen tot het geloof.” Vóór de pauze heb ik gesproken over wat een Bereeër is. Een Bereeër is iemand die dagelijks de Schriften nagaat, of de dingen die hij in de evangelieprediking hoort, wel zo zijn. Ik las natuurlijk niet voor niets de geschiedenis van de broeders van Beréa iets verder. Want de bedoeling van de Schriften nagaan is niet alleen het onderzoek op zich, maar dat je aan de hand daarvan tot geloof komt. Ik hoop dat u dat subtiele verschil begrijpt. Want de Schriften nagaan is op zichzelf natuurlijk een hele goede bezigheid, maar de bedoeling is dat je tot geloof komt. En als ik zeg ‘de Schriften’, dan bedoel ik dus niet ‘de bijbel’. Want de bijbel is een vertaling van de Schriften. En de vertalers hebben de grondtekst op honderden plaatsen verkeerd weergegeven. Nu ziet u de bui natuurlijk al hangen. U denkt: ‘die broeder roept mij op om de grondtekst te gaan bestuderen.’ Of: ‘die broeder gaat zeggen: het wordt hoog tijd dat u Grieks en Hebreeuws gaat studeren.’ Daar wil ik het niet met u over hebben. Ik wil het met u hebben over een andere, bijzondere, broeder. Die broeder ziet namelijk iets. En ik wil dat, als u vanavond weggaat, u ook ziet, wat hij ziet. Wat ziet die broeder dan? 82

77 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication