91

Want dan staat er zo’n boodschapper van ‘het licht’ op de kansel. En die zegt: ‘Laten wij God de Zoon eren.’ Wat zal het een grote dag zijn, wanneer de Bereeërs dan als één man op zullen staan. En dat zij zullen zeggen: ‘Pardon, broeder, wat zei u?’ En dan zegt die boodschapper: ‘Ja, dat wij God de Zoon eren.’ En wat zal het een grote dag zijn wanneer die Bereeërs dan zeggen: ‘Ja, broeder, de Zoon van God, die vinden wij in de Schriften, maar “God de Zoon” zijn wij in de Schriften niet tegengekomen. We weten echt niet, over wie u het heeft.’ En dan zegt die boodschapper van ‘het licht’: ‘Ja, beste mensen … jullie weten heel goed over wie ik het heb, ik heb het over Jezus, de tweede persoon van de Godheid.’ En het zal een grote dag zijn wanneer de Bereeërs dan als één man op zullen staan en dat zij zullen zeggen: ‘Jezus kennen wij, Hij is onze Heer en Heiland, maar “de tweede persoon van de Godheid”, daar heeft God in zijn Woord niets over gezegd. En wat God zelf niet zegt, dat kunnen wij niet geloven.’ En dan zal die boodschapper van ‘het licht’ zeggen: ‘Maar broeders, jullie geloven toch zeker wel in de Drieëenheid?’ En het zal een grote dag zijn wanneer de Bereeërs dan als één man op zullen staan en dat zij zullen zeggen: ‘Broeder, in de Schriften staat niets over de Drieëenheid. Wij verzoeken u dat u de woorden Gods spreekt.’ En weet u wat er dan gebeurt in de gemeente van onze Heer Jezus Christus? In al die geloofsgemeenschappen in de hele wereld? Dan komt er grote beroering. Dan komen de kerkenraden bijeen. En dan komen de broederraden bijeen. Dan komen de oudsten-raden bijeen. En zij zullen zeggen: ‘Wat moeten wij met deze mensen? Want dat zij uit de Schriften spreken, ja, dat is wel duidelijk. Maar zij tasten ons leergezag aan en onze positie. Wij zullen hen geselen en zeggen: wij verbieden jullie om uit de Schriften te spreken.’ 97

92 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication