32

9. Oordeel en felheid van vuur Natuurlijk is de losprijs betaald voor allen, dus ook voor de ongelovige Hebreeën. Maar het is wel zo, dat in die jaren 60 van de eerste eeuw, als zij inderdaad onder druk dat gezelschap van Jezus-als-Messias belijdende Joden de rug toekeerden – en terugkeerden in het jodendom, terwijl ze de waarheid kenden – , er geen offer voor de zonden meer over was. Men had hen ook niets meer te vertellen. Het was immers onmogelijk om hen nog tot bekering te brengen, want aan de waarheid hadden zij geen boodschap meer, omdat ze díe juist verworpen hadden. En vervolgens zegt dan de schrijver van de Hebreeën-brief: Hebreeën 10 26 Want als we willens zondigen nadat we besef ontvingen van de waarheid, blijft er geen offer voor de zonden over, 27 maar een vreselijke opwachting van oordeel en felheid van vuur dat de tegenstanders op het punt staat te verteren. Mensen denken bij dit tekstgedeelte veelal aan ‘de hel’, maar daar heeft het niets mee van doen. Dit is enkele jaren later létterlijk vervuld in de val van Jeruzalem in 70 A.D. Maar u weet inmiddels net zo goed als ik, hoe dat wordt toegepast: het gaat zogezegd over ‘de hel’. De boodschap om er érnst mee te maken; om vooral toch maar de kerkdienst bij te wonen, dan wel de evangelische bijeenkomst. 39

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication