0

STRALENDE STERREN Dankbaar en ongekunsteld licht verspreiden André Piet Stichting GoedBericht

Colofon Titel: Stralende sterren Dankbaar en ongekunsteld licht verspreiden © 2024 André Piet, goedbericht.nl Verschijningsdatum: februari 2024 Uitgever: Stichting GoedBericht, Rijnsburg Alle rechten voorbehouden Samenstelling, vormgeving en technische realisatie: Evangelie Om Niet, evangelieomniet.nl In samenwerking met Mathilde Garretsen Foto cover © Kirsty Pargeter via Canva ISSN 2772 7939 NUR 707

INHOUD INLEIDING 5-6 Dáárom! 7-8 Onder-horen 8-9 Passief en actief 9-11 Vrees en beven 11-13 Want God is het, Die inwerkt 13-14 God is GOD 14-16 Onkreukbaar en ongekunsteld 16-18 Onbesmet 18-19 Schijnen als sterren 19-20 3

Bijbelteksten: werkvertaling op basis van Interlinear Scripture Analyzer (scripture4all.org), tenzij anders aangegeven. 4

INLEIDING Het thema van deze uitgave is ‘stralende sterren’. Dat zou kunnen doen vermoeden dat het over hemellichamen gaat, maar dat is slechts zeer ten dele het geval. Ik bedoel het niet in de letterlijke zin, maar meer in de figuurlijke. In Filippi 2 houdt Paulus zijn lezers het geweldige, alomvattende perspectief voor, dat GOD met ieder creatuur heeft. Een perspectief dat Hij zeker zal realiseren, want Hij werkt het willen en het werken. Deze boodschap is levens-veranderend en maakt ons dankbaar en ongekunsteld. Het maakt ook dat we, te midden van een donkere wereld, niet tegen de duisternis strijden, maar als sterren gaan stralen vanwege het Woord van leven dat we hooghouden. Laat ik eerst wat algemene dingen aangeven over de Filippenzenbrief, voordat we naar het gedeelte van Filippi 2 gaan. Deze brief is geschreven door Paulus. Hij zat toen in de gevangenis in Rome (Fil.1:13). De periode dat hij daar in de gevangenis zat, wordt helemaal aan het einde van het boek Handelingen beschreven. Hij heeft twee jaar gevangen gezeten (Hand.28:30). En ik vermoed dat hij zich inmiddels aan het einde van die tweejarige periode bevond, omdat Paulus er al melding van maakt dat hij spoedig zou worden vrijgelaten. Dus we kunnen dan ongeveer denken aan het jaar 62 AD. De brief is dus geschreven vanuit Rome naar Filippi, een Romeinse kolonie in Macedonië. Het ontstaan van de ekklesia (letterlijk: uitroepsel > gemeente, de uitgeroepen vergadering) wordt in Handelingen 16 beschreven. Er zijn betrekkelijk bekende 5

geschiedenissen aan die locatie verbonden. Zoals de geschiedenis dat Paulus en Silas in de gevangenis zaten. Er vonden, letterlijk en figuurlijk, schokkende gebeurtenissen plaats in de gevangenis en op die wijze kwamen ze vrij. De ekklesia is ongeveer ontstaan in het jaar 50 van onze jaartelling. Dat wil zeggen dat deze brief ongeveer twaalf jaar na het ontstaan van de ekklesia is geschreven. Eén van de bekendste mensen uit Filippi die wij kennen uit de Bijbel, is Lydia, de purperverkoopster, eveneens beschreven in Handelingen 16. De Filippenzen-brief is door Paulus geschreven in de gevangenis en één van de meest opvallende dingen is dat de brief overloopt van vreugde. Er is geen brief waarin zo zeer de nadruk wordt gelegd op vreugde en de oproep om je te verblijden. De Bijbel is gelukkig niet zomaar ‘uit de hemel gevallen’. In dat geval zou je kunnen denken: daarboven is het misschien allemaal geweldig, maar hier op aarde zijn de situatie en omstandigheden toch wel van een hele andere orde. Maar nee, deze brief is juist geschreven terwijl Paulus ‘nogal wat kopzorgen’ had. Ook daar wordt melding van gemaakt in deze brief. En juist dát maakt het zo enorm sprekend dat Paulus’ hart overloopt van vreugde en vrede. De vrede van God, waar hij eveneens over spreekt in deze brief. Het is een geweldige brief, waar ik mij intensief mee bezig heb gehouden. En juist dán word je er enorm bij bepaald hoe geweldig dat Bericht is wat Paulus wereldkundig mocht maken. Dit even ter inleiding, om een idee te krijgen van deze brief. 6

Dáárom! Filippi 2 12 Daarom, mijn geliefden … Het loutere feit dat Paulus begint met ‘daarom’, geeft al aan dat het niet echt het begin is, maar dat hij voortbouwt op het betoog of de dingen die hij hieraan voorafgaand al had opgetekend. In dit geval is dat trouwens helemaal bijzonder, want het gedeelte wat hier pal aan vooraf gaat is vers 9 tot en met 11. En wat staat daar? Dat Christus Jezus Zich heeft vernederd tot de dood van het kruis. En dan staat er (letterlijke vertaling): “Daarom ook verhoogt God Hem uitermate en schenkt Hem in genade de naam boven alle naam, opdat in de naam van Jezus – Jahweh (God) redt betekent die naam – alle knie zal buigen, van hemelsen, aardsen en onderaardsen, en alle tong (= van binnenuit) zal instemmen dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader.” En vervolgens staat er in vers 12: “Daarom, mijn geliefden ...”. Met andere woorden: op grond van wat ik zojuist heb gezegd volgen de aansporingen die hij nu in dit navolgende vers gaat doen. Wat Paulus hier feitelijk heeft gedaan, is aangeven dat de hele wereldgeschiedenis, of de historie van het hele universum, van het begin tot het einde een groot hoogtepunt heeft. Het eindigt in één groot “Halleluja!”. Elke knie zal buigen en elke tong zal belijden “Jezus is Heer”, tot heerlijkheid van God de Vader. Wel, als dat de uitkomst is van heel Gods handelen en heel het verhaal van de wereldtijden of de aeonen, dan hebben we een GOD! Dat betekent niet alleen dat álles goed zal komen, maar dat betekent ook dat er Eén is Die het kennelijk allemaal bestuurt en plaatst. Hoe zou Hij anders garant kunnen staan voor die 7

uitkomst? Dat besef wordt in dit Schriftgedeelte heel sterk neergezet. En als Paulus dan zegt: “Daarom, mijn geliefden”, dan is dat gebaseerd op deze gegevens. Onder-horen Filippi 2 12 Daarom, mijn geliefden, zoals jullie altijd gehoorzamen … Paulus was vol lof over de Filippiërs. Hij had een warme band met hen en zij betekenden veel voor hem. Ze hebben ook veel voor hem gedaan, dat klinkt in deze hele brief door. En hij zegt: “… zoals jullie altijd gehoorzamen …”. Dat is trouwens wel interessant. Wij denken bij ‘gehoorzamen’ vooral aan: doen wat opgedragen wordt. Ik zeg niet dat dat er niks mee te maken heeft, maar het idee van ‘gehoorzamen’ is, als je het vanuit het Grieks bekijkt, opgebouwd uit de elementen ‘onder’ en ‘horen’: onder-horen. Feitelijk kennen wij het nog een beetje in de zin van ‘onderhorig zijn’. Ik zeg niet dat de betekenis van het woord helemaal gebaseerd is op de elementen waaruit het is opgebouwd, maar die elementen zijn vaak erg sprekend en zeggen veel over de echte betekenis. In dit geval wil ‘onder-horen’ zeggen: je hoort vanuit een ondergeschikte positie. Iemand die boven jou staat, spreekt tot jou en jij ‘hoort hier onder’, dat is het idee van onder-horen. Paulus sprak als een apostel van Christus Jezus. Hij was rechtstreeks gekozen en afgevaardigd door Christus Jezus Zelf. En Paulus prees de Filippiërs, zijn lezers. Hij zei: “Jullie zijn altijd onderhorig geweest”. Dat geeft aan: jullie hebben hetgeen ik sprak altijd naar waarde weten te schatten en geluisterd naar wat ik te melden had. 8

Filippi 2 vervolgt: 12 … niet alleen in mijn aanwezigheid, maar nu des te meer in mijn afwezigheid … Paulus was meerdere keren in Filippi geweest. En nu was hij ‘in den vreemde’, daar helemaal in Rome. Hij was afwezig, maar hij verwachtte – dat lees je in deze brief – dat hij weer bij hen zou terugkeren. Daarvan hebben we geen verslagen, maar die verwachting spreekt hij wel uit, meerdere keren zelfs. De Filippiërs waren onderhorig, niet alleen in zijn aanwezigheid, maar des te meer in zijn afwezigheid. Ik moet u zeggen: als gelovige nu, voel ik mij daarin wel aangesproken. Feitelijk is dat ook onze positie. Wij lezen de Filippenzen-brief en de apostel is niet meer aanwezig, dat lijkt me duidelijk. En dat betekent dus dat hij afwezig is, maar zijn woorden (de woorden die hij van de opgestane Heer ontving) hebben nu nog steeds zoveel betekenis! Wij geven er gehoor aan en luisteren naar wat Paulus te melden had. Niet alleen toen hij ooit, in de eerste eeuw van onze jaartelling, onder de Filippiërs was, maar ook nu hij er allang niet meer is. Dat wat hij te melden heeft, is nog steeds veelzeggend. Passief en actief En dan vervolgt Paulus: Filippi 2 12 … werk jullie redding uit met vrees en beven … In de NBV-vertaling lezen we daar: “blijf u inspannen voor uw redding”. Als ik dat lees, dan denk ik meteen: pardon …?! Schrijft Paulus dat? Heb ik zijn brieven, en de bijbelse boodschap in het algemeen, misschien niet helemaal goed begrepen …? 9

De redding is gegarandeerd! Wij zíjn gered. Efeze 2:8: “Want in genade zijn jullie geredden …”. Hoezo ‘inspannen voor je redding’, alsof die redding ónzeker zou zijn?! Iets daarvoor had Paulus nog geschreven: “opdat in de naam van Jezus (= God redt) alle knie zal buigen en alle tong zal instemmen dat Jezus Christus Heer is”. De redding van iedereen is gegarandeerd, want God redt door geloof. Dus als Híj de ogen opent, is de redding je deel. En dan ben je óók nog verzegeld (Ef.1:13-14) en dat is niet ongedaan te maken. Werk jullie redding uit … In het Grieks staat er letterlijk zoiets als het werkwoord ‘neerwerken’. Er wordt inderdaad gesproken over werken, maar dan met het voorzetsel ‘neer’ of ‘neerwaarts’: kata. Dat woord komt heel vaak voor in het Nieuwe Testament en het betekent: bezig zijn met, of zelfs intensief of grondig bezig zijn. Nog een bijzonderheid over dat Griekse woord: in het Nederlands, en in alle andere moderne talen, is een werkwoord actief of passief. Je rijdt óf je wordt gereden. Maar het Grieks is een hele rijke taal en heeft een middenvorm (de zogeheten ‘medialis’) en daar zit zowel een actief als een passief element in. Er zijn een heleboel dingen die je overkomen, maar die je ook tot actie aanzetten. Als er een beer achter je aanloopt, ga je verschrikkelijk hard rennen. Dan ben je actief, maar het overkomt je ook. Er is weinig keuze, zoiets overkomt je. Het doet mij denken aan een plaatje dat ik eens zag en daarom noem ik dit beeld ook. Het was een soort poster met daarop een tekst. Dan zag je een wielrenner op een berg, die op een paar meter afstand wordt achtervolgd door een grote grizzlybeer. De tekst daarbij was: “Some days, it’s hard to find motivation.” En daaronder stond: “But some moments motivations finds you.” 10

Als ik het even zo kort door de bocht mag aangeven: dat is de middenvorm. Het overkomt je én het zet je aan tot actie. Dus dat ‘neerwerken’ is dat je actief bent, omdat je in werking bent gezet. En daarbij is het idee helemaal niet dat de redding iets toekomstigs zou zijn en waar jij je voor zou moeten inspannen om het te bemachtigen. Nee, de redding is een feit en vanuit dat gegeven zijn wij daarmee bezig en worden we in actie gezet. Het is dus zowel passief als actief. Vrees en beven Filippi 2 12 … werk jullie redding uit met vrees en beven … Nu begrijp ik wel waarom deze tekst nogal eens wordt aangehaald door mensen die zeggen: “Zie je nu wel?! Je kunt er nooit zeker van zijn. Zeker als je je realiseert welke woorden hier gebruikt worden; ‘vrees en beven’ zijn al veelzeggend.” Maar weet u wat hier in het Grieks staat? Het woord voor ‘vrees’ is phobos. Daar is ons woord ‘fobie’ van afgeleid. Het woord voor ‘beven’ is tromos en daar is ons woord ‘trauma’ van afgeleid. Paulus praat ons dus een fobie en een trauma aan. Kan dat positief zijn? Ja, dat is heel positief, maar niet zoals dit meestal wordt opgevat. Dit is geen “vrees en beven” vanwege onzekerheid over de redding. Nee, die gedachte is faliekant fout, want dan heb je de hele strekking niet begrepen. Het is precies omgekeerd; het gaat er juist om dat de redding absoluut gegarandeerd is. Er staat niet alleen in de Filippenzen-brief dat God belooft dat “elke knie gaat buigen en elke tong zal belijden”. Het staat er nog sterker, want dit is ontleend aan Jesaja 45:23. Daar staat zelfs dat God dit gezwóren heeft en dat doet Hij niet vaak. Een paar keer lees je dat God een 11

eed zweert. En aangezien men bij een eedzwering de Allerhoogste aanroept, zweert God dus bij Zichzelf. Vandaar een dubbele zekerheid. Als God belooft, is het vast. Maar als Hij iets zweert, is dat juist om te doen blijken dat het absoluut vast is. Zo wordt het in de Hebreeën-brief (6:16-18) uitgelegd en benadrukt. Wat Paulus hier in Filippi 2 aangeeft, is dat de redding absoluut zeker is en ‘wee je gebeente’ dat je van die zekerheid ook maar iets afhaalt. Dus dat je voor Die GOD zo’n ontzag hebt dat je bang bent om afbreuk te doen aan Zijn belofte, aan hetgeen Hij zelfs zweert bij Zichzelf. En dat je beeft voor de geweldige kracht van wat Híj vermag. God heeft alles in Zijn hand: Hij staat aan het begin, Hij werkt alles uit en Hij staat aan het eind. “Van den beginne verkondigde Hij reeds de afloop” (Jes.46:10). Met Die GOD hebben we te maken. En als Hij dat belooft, zelfs zwéért … denk erom dat je er niks vanaf doet! Door foutief vertalen (zoals de NBV-vertaling in deze) wordt een van God gegeven zékerheid ‘op losse schroeven gezet’. De redding is gegarandeerd en voor ons zelfs een gerealiseerd feit. Wat geweldig dat je zo’n God hebt, dat je inderdaad bibbert! Zoals je dat soms kunt hebben bij natuurverschijnselen; dat je bijvoorbeeld de donder hoort en de bliksem ziet en beeft. En dat is nog maar íets van Zijn scheppingswerken. Hoe groot moet God Zelf dan wel niet zijn? 12

Ontzagwekkend, wát een GOD! En als Hij zo’n geweldige uitkomst belooft, wie ben ik als klein schepseltje om daar iets van af te doen? Ziet u dat het een totaal andere benadering is dan die ons in de vertaling voor ogen wordt geschilderd? Want God is het, Die inwerkt Filippi 2 12 … werk jullie redding uit met vrees en beven, 13 want God is het, Die inwerkt in jullie, zowel het willen als het werken, voor Zijn welbehagen. Wij, mensen, worden steeds kleiner. Met welke God hebben wij van doen? God heeft onze ogen, oren en harten geopend voor Zijn Woord. Zodat we gehoor geven aan dat wat Hij te melden heeft, als een gevolg van wat Hij gedaan heeft. Want als Hij je ogen niet heeft geopend, zie je niks. En als Hij je oren niet heeft geopend, versta je er niets van en dan zal het nooit landen in je hart. Over Díe God hebben we het. ‘Maar een mens heeft toch een vrije wil?’ Vergeet het maar. Weet je Wie een vrije wil heeft? God! Als Hij jouw ogen wil openen, dan doet Hij dat. En als Hij zegt dat je nog even moet wachten? Geen zorgen, want Hij gaat elk hart openen, dat is juist het geweldige. Dat is dat Goede Bericht, de blijde tijding. Maar alles op Zijn tijd. En wat een voorrecht als je bij die eerstelingen mag horen. Is dat een verdienste? Nee, natuurlijk niet. Hij roept op Zijn tijd en als je Hem nu mag kennen, prijs Hem! 13

God is het die inwerkt in jullie, zowel het willen als het werken, voor Zijn welbehagen … Dat betekent dat er geen enkele factor is (onwil van de mens of tegenwerking), die Gods plan kan dwarsbomen. Daarom staat de uitkomst vast. Het is solide. Daar kan geen mens, geen schepsel, ook maar iets aan af- of toedoen. Toedoen snap ik sowieso niet, want wat valt er aan iets dat alomvattend is nog toe te doen? Maar gelukkig valt er ook niets aan af te doen. De onwil van een mens, of welk schepsel dan ook, verhindert God niet en dat is geweldig! Dus we hebben het over GOD en Hij werkt het willen en het werken uit. Ziet u hoe ontzagwekkend God hier wordt neergezet? Weet je wat de bedoeling is? Dat je gaat vrezen en beven met vreugde, want als je zo’n God mag kennen dan weet je dat er niets mis kan gaan. Hij heeft ons leven in Zijn hand en de hele schepping is onder Zijn controle. God is GOD Filippi 2 14 Doet alles zonder mopperen en redeneringen … Er zijn nogal wat varianten op mopperen, zoals murmureren (een wat oudere versie) of morren. En Paulus heeft het over redeneringen, die dan weer het gevolg zijn van dat mopperen. Wat is mopperen? Mopperen is redeneren zonder God. En wat betekent dat? Als je moppert, denk je dat er dingen fout gaan, dan ben je niet tevreden over de gang van zaken. Er zijn volkeren die bekend staan om het mopperen. Nederlanders zijn daar één van, ze hebben de naam dat ze heel graag klagen. We 14

zijn één van de meest bevoorrechte volkeren ter wereld, maar we doen niets liever dan klagen over ‘weet ik wat allemaal’. Voor veel mensen is Filippi 2:14 theorie, maar het gaat er juist om dat het de praktijk wordt. Als God GOD is over wát zou ik dan mopperen? Over dingen die fout gaan, dingen die allemaal niet zouden moeten gebeuren? Het woord ‘God’ (Grieks: Theos) betekent: de Plaatser, Degene Die alles op Zijn plek zet. Als iets plaatsvindt, komt dat omdat het een plaats kríjgt; Wie geeft het een plaats? Niet dat alles al ‘goed’ is, maar God máákt het goed en Hij gaf het in ieder geval een plek en ruimte. God is de Plaatser, dus wat zal ik mopperen? Weten dat Hij GOD is, maakt mij dankbaar. Een mens kan zich heel wat zorgen maken; over hoe het morgen zal gaan of volgende week, op je werk, in het gezin of in het huwelijk. Maar we zingen: “He’s got the whole world in His hands.” Ik formuleer het misschien wat vreemd, maar: leef uit het volle rendement van die waarheid. Laat het je niet ontglippen en ga niet mee met de hele klagende wereld … Zelfs als ze vragen hoe het gaat: ‘Nou, ik mag niet klagen.’ Maar dat is óók een klacht. Ik mag niet klagen … Ik zou het graag willen, maar ik mág het niet … Dat is mijn klacht. We doen niet anders dan reductie plegen op de grootste waarheden die er zijn. En we leven daarmee feitelijk zo verschrikkelijk beneden onze stand. Ik weet dat er van alles tegen kan zitten. Er kunnen grote moeiten zijn en ik bedoel daar niks van af te doen, begrijp me goed. Maar als je GOD kent, kun je Hem danken in alles, dat is niet overdreven. 15

In deze brief lees je in een later hoofdstuk, dat Paulus op een gegeven ogenblik zegt: “Ik zeg het wenende”. En dan staat er dat hij het heeft over bepaalde mensen, die wandelen als vijanden van het kruis. Dus Paulus’ hart was niet apathisch, cynisch of stoïcijns, alsof de situaties hem niet in beweging brachten, maar hij had ondanks alles vrede. Alles komt goed. Zo is het. God plaatst de dingen. Vandaar ook dat Paulus zegt: “Doet alles zonder mopperen en redeneringen …”. Waarom? Heel logisch: God is GOD en Hij beschikt en geeft alles een plek. Onkreukbaar en ongekunsteld Filippi 2 15 … opdat jullie onkreukbare en ongekunstelde kinderen van GOD zouden worden … ‘Opdat’ geeft aan wat het beoogde doel is van alles doen zonder mopperen en redeneringen. Paulus noemt vervolgens twee kenmerken in een negatief gestelde vorm: twee woorden die beginnen met ‘on-’. Dat doet hij om het contrast aan te geven: onkreukbaar en ongekunsteld. De bewustwording van het feit dat God GOD is en alles een plaats geeft, betekent dat je Hem kunt danken in alles en niet als een mopperaar door het leven gaat. Dat is trouwens Filippi 4: “je schikt je in de dingen”. Er zit zelfs in het Nederlands nog de gedachte achter, dat je er schik in kunt hebben. Maar ook al snappen we er niets van: Hij weet het veel beter, Zijn weg is altijd het beste voor ons. En, waarachtig, op het moment dat je zo in 16

geloof gaat denken en spreken, komt er vrede in je hart. Want dat is de grond. ‘Onkreukbaar’ is in de NBG-vertaling ‘onberispelijk’. Dat roept de associatie op van perfectie, perfecte mensen, maar daar gaat het niet om. ‘Onkreukbaar’ wil zeggen: integer, betrouwbaar. Je bent een kind van God en je weet dat God je Vader is. Hij zorgt voor je en staat garant voor de goede afloop. Sta daarop, want op het moment dat je gaat mopperen, dan ben je in feite inconsequent, want dat matcht niet met elkaar. Dan ben je geen onkreukbaar kind van God. Het doet niks af aan het feit dat je een kind van God bent, maar het is niet geloofwaardig, laten we wel wezen. Paulus gebruikt ook het woord ‘ongekunsteld’. Het Griekse woord dat hier staat, komen we ook tegen in Matteüs 10:16, waar staat: “weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven”. Het woord dat hier vertaald wordt met ‘argeloos’, wordt in Filippi 2:15 vertaald met ‘onbesmet’. Dat is jammer, want er staat in het Grieks hetzelfde woord. ‘Argeloos’ wil zeggen: ongecompliceerd. Ongecompliceerd is iemand die zegt: God is GOD en Hij is mijn Vader. Noem me dan maar ‘simpel’, maar ik leef daaruit. En dat de hele wereld het anders ziet, is hun zorg. Ongecompliceerde kinderen van God … Er zijn veel mensen die een complex leven hebben, maar dat is omdat ze vaak zo complex redeneren, ze doen zo moeilijk. Sommige mensen zullen mij misschien nu in hun hart verwijten: dat vind ik maar simplistisch. Maar dat bedoel ik; het ís simpel! Het is heel ongekunsteld. God is GOD en Hij zorgt voor mij en Hij geeft wat ik nodig heb. Elke dag. Vandaag, morgen en overmorgen ook. We weten inderdaad niet wat ons gaat overkomen. Maar we weten wel dat 17

Hij er vandaag, morgen en overmorgen is. En Hij geeft ons niet vandaag wat we morgen nodig hebben. Nee, dat geeft Hij morgen. Je had destijds een liedje van Paul van Vliet: “Veilig achterop”, wellicht dat u het kent. Het gaat zo: “Veilig achterop bij vader op de fiets. Vader weet de weg en ik weet van niets.” Het is een heel leuk liedje, waarin hij herhaaldelijk zingt dat hij inmiddels een volwassen man is en door het leven raast. Hij heeft het moeilijk met veel zorgen en dan spreekt hij steeds de wens uit: “Kan ik nou vandaag niet weer eens even net als toen …”. God weet de weg. Stel, als een ongecompliceerd kind van God, volledig je vertrouwen op Hem. Onbesmet Filippi 2 15 … onbesmet te midden van een krom en verdraaid geslacht … Dit is de derde negatief gestelde formulering op rij in deze tekst: onbesmet. De hele omgeving waarin we vertoeven, wordt gekenmerkt door onvrede en gemopper. Logisch, ze kennen God niet als GOD. Ze zijn misschien wel religieus, maar ze kennen God niet als Degene Die alles plaatst. En als je jezelf daar altijd onder bevindt, word je heel gemakkelijk besmet door dat soort gedachtegangen. Een krom en verdraaid geslacht … Dat is de wereld om ons heen; krom en verdraaid in hun denken. In Romeinen 1:21 lees je (NBG18

vertaling): “Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.” En Spreuken 9:10: “De vreze des HEREN is het begin der wijsheid …”. Het is onverstandig om God niet als GOD te verheerlijken en te danken, maar bovendien wordt het heel donker, want je hebt namelijk geen vrede meer. Je denkt dat je het zélf allemaal moet rooien en daar word je niet blij van. Te midden van een krom en verdraaid geslacht … Wat Paulus in dit tekstgedeelte aangeeft, is dat wij ons in de wereld onderscheiden. Wij zijn kinderen van God, we denken en leven ánders. We hebben een heel ander uitgangspunt. Er is veel onrecht in de wereld en politiek en maatschappelijk moet er zonodig veel aan worden gedaan. Maar onze roeping is níet om de wereld te veranderen. Laat ik u dit vertellen: de wereld om ons heen is krom en verdraaid, dat gaat u niet veranderen en dat ga ik ook niet veranderen. Dat is niet onze roeping. We leven ons leven en we weten Wie Híj is. Schijnen als sterren Er staat nog bij in Filippi 2: 15 … waarin jullie schijnen als sterren in de wereld … Een ster maakt niet dat de nacht verdwijnt, de sterren onderscheiden zich juist. Sterker nog, je ziet een ster alleen maar schitteren doordat het donker is. 19

Weet u wat er gebeurt als de zon eenmaal opkomt? Ik bedoel dit dubbelzinnig. Als de ‘zon’ opkomt – de zon der gerechtigheid (Maleachi 4:2) – wordt de duisternis verdreven en wordt het licht in deze wereld. Maar zover is het nog niet. Nu is het nacht en dat gaat niet veranderen. Sterker nog, we weten dat het alleen maar donkerder zal worden. Dat geeft ons echter de gelegenheid om des te meer te schitteren en te shinen. Hoe? Dat staat er ook bij: 16 … [het] Woord van leven hooghoudend … Dat verklaart meteen wat het licht is dat wij hebben. Dat is niet dat we netjes doen of fatsoenlijk zijn, of dat we zo actief zijn om de wereld te verbeteren. Het licht wat ons uniek maakt, is de Boodschap die we hebben. Dat is het licht dat in onze ogen straalt en als je daarop gefocust bent, ga je schitteren. Niet omdat je je best doet, maar het is een reflectie. Johannes 1:4 geeft aan: “In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen …”. Je oog is daarop gericht. Dat Woord is álles. Het is levend en het spreekt van léven. Het maakt doden levend en spreekt van onvergankelijk leven; van Hem Die de dood eens en voor altijd heeft overwonnen en Die garandeert dat de dood teniet gedaan zal worden (1 Korinthe 15:26). Niet mopperen, niet zaniken, niet zeuren, niet zemelen. Het loutere feit dat we voor dit ene fenomeen zoveel woorden hebben is op zich ook wel veelzeggend, denk ik dan. Dat Woord van leven houden we hoog. Dat is wat we hebben. Dat is het licht en daarin onderscheiden we ons. Omdat we Die God kennen, kunnen wij ons onderscheiden. In die zin dat we daar het oog op richten, daar de mensen op mogen wijzen en zo rijk mogelijk leven. Elke dag. Weet u, het is geweldig om zo’n leven te 20

mogen leven. Lichtend, stralend, schijnend. Te midden van een krom en verdraaid geslacht mogen wij in een donkere wereld het licht verspreiden dat God geeft in ons leven. 21

Goed Bericht GoedBericht.nl wijst op de ene GOD, Die alles beschikt en bij Wie nooit iets misgaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van Zijn handen. Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus dit als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. Goed Bericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf. Bron: Piet, A. (2023). Stralende sterren! Goed Bericht, https://goedbericht.nl/lezingen/stralende-sterren/ In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene God, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! Gratis online boeken lezen, delen en downloaden (publicaties zijn ook OM NIET als uitgave op papier verkrijgbaar) evangelieomniet.nl 23

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication